tation en Passepartout werd belast met
den aankoop van al hetgeen zij voor haar toilet behoefde. Zijn meester
verleende hem onbeperkt crediet.
Passepartout begaf zich aanstonds op weg en doorkruiste de
stad. Allahabad, stad van God, is een der heiligste steden van Indie,
omdat zij gebouwd is aan de samenvloeiing van de heilige stroomen, de
Ganges en de Jumna, naar wier wateren de bewoners van het schiereiland
ter bedevaart opgaan. Men weet bovendien, dat, volgens de legenden
van de Ramayana, de Ganges zijn oorsprong neemt in den hemel, van
waar de goedertierenheid van Brahma hem naar de aarde zendt.
De boodschappen, welke Passepartout te verrichten had, stelden hem
in de gelegenheid de stad te zien, welke voorheen beschermd werd
door een prachtig fort, dat nu tot staatsgevangenis dient. Thans is
er nijverheid noch handel in deze stad, waar voorheen de eene zoowel
als de andere bloeide. Passepartout, die te vergeefs een modemagazijn
zocht alsof hij in Regent-street was, in de nabijheid van Farmer &
Co. vond slechts bij een uitdrager, een ouden inhaligen Europeaan,
de voorwerpen, welke hij noodig had, een schotsch rokje, een grooten
mantel en een prachtigen pels van bevervel, waarvoor hij niet aarzelde
vijf en zeventig pond te betalen. Toen keerde hij met de grootste
voldoening naar het station terug.
Mevrouw Aouda kwam langzamerhand tot haar zelve. De invloed waaronder
zij door de priesters van Pillaji gebracht was, verdween en haar
schoone oogen kregen weer haar indische zachtheid terug.
Als de dichterlijke koning Ucaf Uddarel de bekoorlijkheden van koningin
Ahmehnagara bezingt, drukt hij zich aldus uit:
"Hare glanzende haren, in twee regelmatige deelen gescheiden, vormen
een lijst om de volmaakt harmonische trekken van hare zachte, blanke
wangen, schitterend van reinheid en frischheid. Hare effen zwarte
wenkbrauwen hebben den vorm en de kracht van den boog van Kamas,
den god der liefde, en onder hare lange zijden oogwimpers om den
donkeren appel harer groote doorschijnende oogen, zwemmen als in de
heilige muren van den Himalaya, de reinste beelden van het hemelsche
licht. Fijn, effen en wit zijn hare tanden, die schitteren tusschen
de glimlachende lippen als dauwdroppelen in de half ontloken kelk
van de grenaatbloem. Hare kleine ooren met symetrische lijnen, hare
roode handjes, hare kleine ronde voeten zijn als de knoppen van den
lotus, en prijken met den gloed der schoonste paarlen van Ceylon,
der prachtigs
|