verveling. Het scheen waarlijk of de stormen in zijn programma
stonden. Aouda, die meermalen met hem over het onstuimige weder sprak,
vond hem als altijd even kalm als vroeger.
Op Fix had de storm een geheel tegenovergestelde uitwerking. Hij vond
hem zeer aangenaam. Zijn vreugde zou paal noch perk gekend hebben,
zoo de Rangoon uithoofde van het noodweer een haven had moeten
binnenloopen. Al dat oponthoud kwam hem goed te stade, want het zou
Fogg noodzaken eenige dagen te Hong-Kong te toeven.
Eindelijk dan was de hemel met zijne stormen op zijne hand. Hij zelf
was er wel wat ziek van, maar wat deed er dat toe! Hij telde zijn
zeeziekte niet; zoo zijn lichaam er al onder leed, zijn geest was
vervuld met innige tevredenheid.
Wat Passepartout betreft, men kan begrijpen met welk eene
kwalijk verholen woede hij deze beproeving doorstond. Tot hiertoe
was alles goed gegaan. De aarde en de zee hadden zijn meester
gediend. Stoombooten en spoorwegen hadden hem gehoorzaamd. Wind
en storm hadden zich verbonden om zijn reis te bevorderen. Had dan
eindelijk het uur der teleurstelling geslagen? Het was of Passepartout
zelf de twintig duizend pond uit zijne eigene beurs moest betalen;
hij leefde niet meer. De storm maakte hem woedend: die stormvlagen
deden zijn toorn zulk eene hoogte bereiken, dat hij de ongehoorzame zee
een pak slaag had kunnen geven. Fix hield natuurlijk zijne inwendige
tevredenheid zorgvuldig voor hem verborgen en hij deed daar verstandig
aan, want als Passepartout die geheime gewaarwording van Fix had
vermoed, zou deze het kwaad te verantwoorden hebben gehad.
Zoolang de storm duurde, bleef Passepartout op het dek van de
Rangoon. Hij had niet beneden kunnen blijven; hij klom in de mast;
hij verbaasde de bemanning door zijne behendigheid en hielp haar met
al de vlugheid van een aap. Wel honderd maal richtte hij vragen aan
den kapitein, aan de stuurlieden, aan de matrozen, die lachten over
zijne teleurstelling. Passepartout wilde volstrekt weten hoe lang de
storm zou duren. Men verwees hem naar den barometer, die onophoudelijk
bleef stijgen. Of hij hem al schudde, het baatte niets; het schudden
zoo min als de scheldwoorden waarmede hij het instrument overlaadde.
Eindelijk bedaarde de storm. De zee werd den 4den November in
den loop van den dag kalmer. De wind liep twee streken naar het
zuiden om en werd gunstiger. Ook Passepartout's stemming verbeterde
nu. Eenige zeilen konden bijgezet worden en de Rangoon her
|