ijzerwerk was als
gepolijst, het dek wit als ivoor; dat alles toonde aan, dat kapitein
Bunsby er op gesteld was om zijne boot goed te onderhouden. Hare twee
masten lagen een weinig naar achteren. Zij had een brikzeil, fokkemast,
stag- en topzeilen en met den wind achter moest zij wonderen kunnen
doen. Inderdaad had zij ook al verscheidene prijzen gewonnen in de
wedstrijden tusschen loodsbooten.
De bemanning der Tankadere bestond uit den kapitein en vier
matrozen. Zij behoorden tot die moedige zeelui, welke in alle weer
en wind de schepen opzoeken en zeer goed met de zee bekend zijn.
John Bunsby, een man van omstreeks vijf en veertig jaren, krachtig
gebouwd, verzengd door de zon, met een levendig oog, een gespierde
gestalte en die zijn vak goed verstond, zou een ieder vertrouwen
ingeboezemd hebben.
Phileas Fogg en Aouda gingen nu aan boord. Fix was er reeds. Door
een deur op het achterschip kwam men in een vierkante hut, waarvan
de wanden boven een divan in vierkante vakken verdeeld waren. In
het midden stond een tafel waarboven een lamp hing. Alles was klein,
maar netjes.
"Het spijt mij, dat ik u niets beters kan aanbieden," zeide Fogg tot
Fix, die een buiging maakte. De inspecteur achtte zich wel een weinig
vernederd door van de beleefdheden van Fogg gebruik te maken.
"Het is buiten kijf een schurk," dacht hij, "maar een zeer fatsoenlijke
schurk."
Ten drie ure tien minuten werden de zeilen geheschen. De engelsche
vlag wapperde van den mast van het scheepje. De passagiers waren op
het dek gezeten. Aouda en Fogg wierpen nog een laatsten blik op het
land, om te zien of Passepartout ook nog te voorschijn kwam.
Fix was niet zonder eenige bezorgdheid, het toeval zou den ongelukkigen
knecht, dien hij zoo schandelijk behandeld had, naar dit punt der
haven kunnen brengen, en dan zou er een verklaring hebben plaats
gehad, welke niet in het voordeel van den inspecteur zou zijn. Maar
de Franschman kwam niet opdagen: ongetwijfeld was hij nog onder den
invloed van het verdoovende slaapmiddel. Eindelijk maakte kapitein
Bunsby de touwen los en de Tankadere liet den wind onder haar brikzeil,
fokkemast en stagzeilen komen en schoot voort over de golven.
EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Waarin de gezagvoerder der Tankadere groot gevaar loopt eene premie
van twee honderd pond te verliezen.
Het was een gewaagde tocht die reis van acht honderd mijlen met een
vaartuig van twintig ton, vooral in dezen tijd van het jaar
|