blauwe
lucht de klokketoren der St.-Nikolaaskerk en de spits met vergulden draak
van het Belfort zich afteekenen; bemerk die rij van oude gebouwen, het
"vrije Schippershuis", een der fraaiste Gothische woningen der XVe eeuw,
het oude Stapelhuis der XIIIe eeuw in Romaanschen bouwtrant; links, waar de
Lieve zich met de Lei vereenigt, den ouden slottoren van 't Gravensteen, en
zeg, of het mogelijk is zich een tafereel voor te stellen, zoo keurig en
rijk, zoo schilderachtig door samenvoeging van vormen en lijnen, en dit
alles op een betrekkelijk kleine ruimte, in het centrum der stad? Doch 't
is vooral de St-Baafskerk, die den kunstminnenden reiziger in zoo hooge
mate aantrekt. Reeds bij het binnenkomen is de indruk overweldigend. Haar
verheven hoogaltaar, dat bijna tot aan het gewelf reikt, het weidsche koor
met zijn marmeren praalgraven, de talrijke kapellen met de kostbare
gedreven koperen deuren, ieder van deze is op zich zelve een
kunstheiligdom. In de eene bewondert men het meesterstuk van _Hubert_ en
_Jan van Eyck_ "de Aanbidding van 't Lam Gods" (1411-1432), zoo verheven
en dichterlijk van opvatting, zoo volmaakt van samenstelling en techniek,
zoo rijk van koloriet; in de andere een der heerlijkste doeken van _Rubens_
"de aanvaarding van den H. Bavo in 't klooster"; in den middelbeuk den
zeldzamen schoonen predikstoel van _Laurens Delvaux_ (18e eeuw); aan den
ingang links de doopvont, waarin Karel V in 1500 werd gedoopt, en meer
andere gewrochten van onschatbare waarde. Wie van karakter en
oorspronkelijkheid houdt, begeve zich naar Gent, het Venetie van 't
Noorden, door zijn rivieren (Lei en Schelde, Lieve en Moere) en vaarten in
verscheidene eilanden verdeeld, die door 65 bruggen met elkander
gemeenschap hebben.
[Figuur: HUB. en JAN VAN EYCK. Aanbidding van het Lam Gods]
Vervolgen wij onzen weg tot op de Veerleplaats, waar de trotsche oude
burcht met zijn hoogen slottoren en versterkten ringmuur uit de wateren
omhoogrijst. Dit bewonderenswaardig specimen van militaire bouwkunst,
waarvan de onderbouw wellicht opklimt tot de IXe eeuw en waarschijnlijk als
sterkte diende tegen de Noormannen, werd door Filips van den Elzas in 1180
vergroot en opgebouwd. Dit slot, dat den geest terugvoert naar overoude
tijden, zou een lange geschiedenis kunnen verhalen van Vlaanderens strijd
en wee, evenals de Vrijdagmarkt, het forum der oude Gentenaars, waar het
standbeeld prijkt van hun grooten burger uit het roemrijk tijdvak van d
|