FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27  
28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   >>   >|  
nen te storten en sprak eindelijk met doffe stemme: "Quinten, mijn arme zoon, verlangt gij niets? Hebt gij geenen dorst?" "O neen, moeder; maar gij? Ik zie u niets eten? Gansche dagen weent gij om mij, en gij krenkt uwe gezondheid.--O, wat ben ik ongelukkig!--Ik zal sterven, dit voel ik; niet door de ziekte van mijn lichaam--dit zou mij misschien het leven sparen, maar er is iets, o God!--iets, dat mij sedert lang naar het graf trekt, iets, dat mij 's nachts de rust beneemt en bij dag om den dood doet wenschen.--O, moeder, moeder!" En niettegenstaande zijn uitgedroogde lichaam onbekwaam scheen om nog veel vochts te bevatten, stroomden op eens de tranen als bij beken over zijne dorre wangen. De weduwe stond van haren zetel op, en, haar verdriet met geweld verbergende, sloot zij het kranke lichaam van haren zoon met teedere drift in hare beide armen en zoende de tranen van zijn aangezicht. "Quinten," zuchtte zij, "o, zeg wat uw hart zoo benijpt. Zeg het toch aan uwe moeder! Misschien zal ik die geheime pijn genezen kunnen.--En dan, Quinten, dan zou ik u misschien niet verliezen. Ware dit mogelijk!" Quinten sprak niet; alleenlijk stuurde hij zijne blikken nog onbeweeglijker in de oogen zijner moeder, zonder dat zijne tranen ophielden van overvloediger op zijne wangen te rollen. "Zeg het mij toch," hernam de moeder, "zeg mij wat geheim er in uw hart ligt. Ik bid u, in Gods naam, spreek!" Een zucht, zoo naar als een gehuil, ontvloog der borst van Quinten; hij bedekte zijn aangezicht met beide handen en sprak met eene stem, die zulke geweldige ontroering te kennen gaf, dat men mocht vreezen, dat zijn levensdraad ging breken: "Gij hebt honger, moeder; sedert drie dagen hebt gij niets gegeten. Denkt gij, dat ik het niet weet? O, zekerlijk, ik zal sterven;--ik zie u vergaan als eene schaduwe en gij lijdt om mij, om uw kind alleen!" "Is het anders niet?" antwoordde de moeder met moed en schier blijde fierheid. "Troost u dan maar en heb daarom zooveel hartepijn niet. Honger lijden voor u, mijn Quinten? Voor u? O, God zij mij getuige, dat ik in voor mijn kind te lijden den eenigen troost vind, die mij nog op aarde overblijft." "Armen hebben, die tot niets goed zijn!" riep Quinten met wanhoop, "naar den arbeid als naar de zaligheid snakken, en weten, dat zijne moeder van honger vergaat, zonder haar een stuk zuur brood te kunnen bezorgen! Hemel, ik ware uwe genade onwaardig, indien ik niet stierf!" Die u
PREV.   NEXT  
|<   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27  
28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   >>   >|  



Top keywords:
moeder
 

Quinten

 

tranen

 

lichaam

 

wangen

 
honger
 
lijden
 

zonder

 

kunnen

 

aangezicht


misschien

 
sterven
 

sedert

 

stemme

 

gegeten

 

vergaan

 

anders

 

antwoordde

 

alleen

 

eindelijk


schaduwe
 

zekerlijk

 

vreezen

 
bedekte
 
handen
 
ontvloog
 
gehuil
 

levensdraad

 

geweldige

 

ontroering


kennen

 
breken
 

Troost

 

snakken

 

vergaat

 
zaligheid
 

arbeid

 

wanhoop

 

indien

 
stierf

onwaardig

 

genade

 

bezorgen

 
hebben
 

zooveel

 

hartepijn

 

Honger

 

daarom

 

blijde

 
fierheid