FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32  
33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   >>   >|  
gervrouw was, die aangeklopt had, deed zij langzaam open en vroeg: "Wat moet gij hebben, vrouw?" "Is zuster Ursula in het klooster?" "Neen, zuster Ursula is uitgegaan;--kom morgen weer." Bij deze woorden vatte zij de deur en deed aan de oude vrouw een teeken, alsof zij zeggen wilde: "ga weg, dat ik de poort sluite!" Moeder Massys gevoelde diep verdriet over de afwezigheid van zuster Ursula, en kon, als door een dwingend gevoel wederhouden, geenen stap doen om het klooster te verlaten. "Heb gij nog iets te zeggen?" vroeg de non. "Ja, zuster," antwoordde de oude vrouw, de printen van onder hare huik halende, "gelief de goedheid te hebben de beeldekens aan zuster Ursula te toonen en te zeggen, dat Quinten Massys, de smid, die gemaakt heeft." De non bezag de haar aangebodene voorwerpen met eene uitdrukking van misprijzen. De beelden moesten gewis niets aangenaams vertoonen: haar gelaat gaf dit genoeg te kennen. "Och God, wat zijn dit voor leelijke beeldekens!" riep zij. "Men walgt van ze te zien; voor geen geld wilde ik er zoo een in mijn kerkboek!... Ik zal ze toch wel aan zuster Ursula toonen." "Zijn ze niet goed, zuster?" vroeg de bange moeder. "Foei, 't is schande zulke dingen te schilderen," was het antwoord, dat zij kreeg.--En hiermede kon zij vertrekken. Het hart verpletterd en de ziel vol droefheid, keerde de moeder naar haren zoon. Zou zij hem dit zeggen en hem terug in zijne doodende wanhoop dompelen? Maar kon zij hare tranen wederhouden en hare gelaatstrekken en zuchten genoeg bedwingen, om niet te verraden, wat loon zij bekomen had? Zij bedroefde zich nochtans ten onrechte over de harde woorden der non; want die hadden eene andere oorzaak dan die, welke moeder Massys er aan toekende. Om dit te verstaan, moet men weten, dat de printen, die door Quinten geschilderd waren, allerlei melaatschen, gebrekkelijke en pestzieke menschen voorstelden; de jonge smid had deze zoo natuurlijk geschilderd, misschien door overmaat van gevoel nog overdreven, dat de non, die afgrijselijke vertooningen ziende en door de waarheid er van geraakt, zich eene walg gevoeld had en daarom riep: "foei, foei, het is schande!" De moeder, die reden niet kennende, had verstaan, dat de wijze, waarop de printen geschilderd waren, voor leelijk en slecht door de non beoordeeld was geworden. Zij was even binnen de deur harer woning, wanneer haar zoon haar reeds toeriep: "Welnu, moeder, wat zegt men er van?" De
PREV.   NEXT  
|<   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32  
33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   >>   >|  



Top keywords:
zuster
 

moeder

 

Ursula

 

zeggen

 

printen

 
Massys
 
geschilderd
 

Quinten

 

toonen

 

gevoel


beeldekens

 
wederhouden
 

schande

 

klooster

 

hebben

 

genoeg

 

woorden

 

verstaan

 

nochtans

 

onrechte


bedroefde
 

wanhoop

 

keerde

 
droefheid
 
verpletterd
 
zuchten
 
bedwingen
 

verraden

 

gelaatstrekken

 

tranen


doodende

 
dompelen
 

bekomen

 

voorstelden

 

waarop

 
leelijk
 

slecht

 

kennende

 

geraakt

 
gevoeld

daarom

 

beoordeeld

 

geworden

 
toeriep
 

wanneer

 

woning

 

binnen

 

waarheid

 

ziende

 
allerlei