t een
neus had of niet, kon met reden tot het onderwerp eener weddingschap
gestrekt hebben, zoovele naden en kruislijnen van lidteekens
(overblijfselen van vroegere gevechten) vereenigden het vormelooze
stompje boven den mond met de wangen en de bovenlip. Dit beminnelijk
wezen was half op zijn boersch, half op zijn zeemans gekleed, met een
blaauw duffelsch buis, vol lappen en winkelhaken, een vest zonder
knoopen, hetwelk den ruig bewassen boezem geheel bloot liet, een wijde
visschersbroek, opgehouden door een zwart lederen gordelriem, waarin een
messcheede van robbevel stak, wollen kousen, en holsblokken aan de
voeten.
Waarschijnlijk had hij verwacht, dat ik hem de gelegenheid tot ten klein
snijpartijtje zoude verschaft hebben, en reeds, als een tijger in zijn
hinderlaag, zitten loeren, of ik ook onbedachtzaam het voor hem geplante
wagentuig zoude aangrijpen. Zijn teleurstelling althans, toen hier niets
van kwam, bleek mij te groot te zijn, dan dat hij zou kunnen gezwegen
hebben: de uitdrukking, die zijn gelaat aannam, wekte mijn
opmerkzaamheid en trok mijn aandacht af van het gesprek, dat baas
Roggeveld voerde, die juist bezig was te verhalen, hoe hij van Peer de
Groot tien lakenveldsche koeien gekocht had voor fl 80 het stuk. De
varensgast nam het pijpje uit den mond, blies een dikke rookwolk weg,
sloeg het glaasje brandewijn, dat hij voor zich had staan, in eene teug
naar binnen, en vroeg mij, na deze voorbereiding, waarom ik mij niet
bediend had van het mes, dat voor mij stond.
"Ik had het niet gezien," zeide ik op een onverschilligen toon: "en
bovendien heb ik gaarne een mes voor mij alleen."--Dit gezegd hebbende
ging ik met eten door, zonder den kwant verder aan te kijken.
"Niet gezien!" herhaalde hij met een gemeenen vloek: "en waar hieldje
dan zoo even je kluisgaten op gericht? 't is mijn mes, voor den d....!"
vervolgde hij, met de geslotene vuist op de tafel slaande, en zijn stem
hoe langer hoe meer uitzettende, als dacht hij mij daarmede schrik aan
te jagen: "en wie er naar kijkt, die kan met mij aan den gang komen,
daar valt niet van, voor den....! Jij hebt er naar gekeken, en as je
boterham binnen is, dan zullen we eens zien, of je voor je boeg kunt
zorgen."
Deze forsche uitdaging verwekte een plotslinge stilte bij de aanwezige
boeren, die, in goede eendracht bijeen zittende, bezig waren over den
prijs der granen en andere onderwerpen van hun gading te spreken. Aller
oogen vestigden zich op den matr
|