FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   >>   >|  
aar nu weer, te midden van hen allen? Wat was dat noodig, zoo te zitten om een vuur en te hooren naar muziek? Wat was dat vreemd en wat waren er vreemde dingen in de wereld ... En toch was het aangenaam zoo te zijn met elkaar, liefjes gezellig, stil, zonder veel woorden, de muziek achter den rug der piano wegklagende tot ze eensklaps zweeg. En de stem van Mevrouw Hoze had een klank van sympathie, toen ze vroeg, aan Cecile's oor: --We krijgen je dus weer terug, kind? Je komt dus weer uit je schulp te voorschijn? Cecile drukte haar de hand, met een lachje: --Ik heb me toch nooit voor u verborgen. Ik ontving altijd. --Ja, wij moesten maar naar jou komen, maar jij bleef thuis, niet waar? --U is toch niet boos op me, daarom? --Wel neen, lieveling, je hebt zoo een verdriet gehad. --O, nu nog, ik mis alles. Waarom miste zij in eens alles? Zij had nooit dat gevoel van gemis in haar eigen huis, in de wolkjes van haar gedroom, maar buiten, in de wereld, onder anderen, miste zij dadelijk alles, alles ... --Je hebt toch je kinderen. --Ja ... Zij zeide het mat, moe, alleen, doodeenzaam, als zweefde zij in eene wijdte moe voort, zonder steun gedragen door liohaamlooze luchten, waardoor zij hare armen heen sloeg, zonder te grijpen. Mevrouw Hoze stond op: Dolf kwam ze halen om te whisten, in de andere kamer. --Jij ook, Cecile? vroeg hij. --Neen, je weet: kaarten en ik! Hij drong niet verder aan; hij had nog Quaerts en de meisjes om te spelen. --Wat doe je daar, Jules? vroeg hij, met een blik over de piano. De jongen was daar achter blijven zitten, als vergeten. Hij stond nu op, hij kwam te voorschijn, lang, uit zijn kracht gegroeid, met vreemde oogen. --Wat dee je daar? --Zit toch niet zoo te suffen, jongen! mopperde Dolf vriendelijk met zijn diepe stem. Waar zijn de kaarten nu weer, Amelie? --Ik weet het niet! zeide zijne vrouw, zoekend met den blik in het vage. Waar zijn de kaarten, Anna? --In de fichesdoos, niet? --Neen, mopperde Dolf. De dingen zijn nooit op hun plaats. Anna stond op, zocht, vond de kaarten in de la van een boule kastje. Amelie was ook opgestaan; ze schikte de muziek op de piano recht, altijd ordenend de zaken in hare kamers en dadelijk weer vergetend, waar zij ze borg, opruimende alleen met hare vingers, en zijzelve altijd weg, in het vage ... --Anna, trek ook eens een kaart, als rentrant! riep Dolf uit de andere kamer. De beide zusters bleven alleen, met
PREV.   NEXT  
|<   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31  
32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   >>   >|  



Top keywords:

kaarten

 

altijd

 

Cecile

 

zonder

 

muziek

 

alleen

 

Amelie

 
jongen
 

zitten

 

mopperde


voorschijn

 

achter

 

wereld

 

dadelijk

 

andere

 

vreemde

 
dingen
 

Mevrouw

 

whisten

 

luchten


waardoor

 

grijpen

 

verder

 

Quaerts

 

meisjes

 

spelen

 
kamers
 

vergetend

 

ordenend

 

kastje


opgestaan

 

schikte

 

opruimende

 

vingers

 

zusters

 

bleven

 

rentrant

 

zijzelve

 
suffen
 

gegroeid


kracht
 
blijven
 

vergeten

 
vriendelijk
 

plaats

 
fichesdoos
 

liohaamlooze

 

zoekend

 

sympathie

 

wegklagende