FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36  
37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   >>   >|  
dit wilde zij niet, ook al was hij haar antipathiek. Zij vleide zich achteloos wat achterover; ze vroeg blankweg, zonder eenige belangstelling, geheel voor de conversatie: --Heeft u veel familie in den Haag? --Neen; mijn ouders wonen te Velp en mijn familie meerendeel in Arnhem. Ik ben nooit ergens vast, ik kan nooit lang op een plaats blijven. Ik heb langen tijd in Brussel gewoond. --U is niet in betrekking, niet waar? --Neen, mijn illuzie van jongen was in de marine te gaan, maar ik ben afgekeurd geworden voor mijn oogen. Zij zag hem even onwillekeurig in zijne oogen: kleine, diep liggende oogen, waarvan zij de kleur niet zien kon. Zij vond er iets sluws, iets geslepens in. --Het heeft me altijd gespeten, ging hij voort. Ik ben een man van beweging. Ik voel altijd drang naar beweging in me. Ik troost me nu maar met veel sport. --Sport? herhaalde zij koud. --Ja. --O. --Quaerts is een Nimrod en een Centaur en een Herkules, niet waar? riep Jules. --Zoo, geef je me "namen"? lachte Quaerts. Waarbij "deel je me verder in", Jules? --Bij de heele enkele menschen, van wie ik veel hou! riep Jules in vuur en vlam. Taco, je zou me nog altijd paard leeren rijden? --Nu, wanneer je wilt, kereltje. --Ja, maar jij moet den dag bepalen, dat we naar de manege gaan. Ik bepaal geen dagen, daar vind ik iets angstigs in. --Morgen dan? Het is morgen Woensdag. --Goed. Cecile bespeurde, dat Jules haar steeds aanzag. Zij zag hem terug aan. Hoe was het mogelijk, dat de jongen van dien man hield! Hoe was het mogelijk, dat, als het haar hinderde, het hem niet hinderde: dat gezonde, dat sterke, die kracht van spieren, die kracht van sport! Had die man iets slechts voor met Jules, dat hij zich zoo quasi teeder voordeed tegenover dat kind? Zij begreep er niets van, zij begreep noch Quaerts noch Jules en zelve verzonk ze weer in die stemming van zelfverlies, waarin zij niet wist wat ze dacht en op het oogenblik zelve zeggen zou; stemming, waarin zij zich terug zocht, en te vergeefs. Verbitterd stond zij op, lang, rank, lenig; in haar krip, als eene koningin, die rouwde; goudspelingen in het dof blond van heur haar, waarin een klein gitten kroontje glom als zwart spiegel. --Ik ga eens even zien, wie er wint, sprak ze en ze ging naar de speeltafel in de andere kamer; ze zette zich achter Mevrouw Hoze, schijnbaar belangstellend in het spel en, door het licht der bougies heen, gluurde ze naar Quaerts en Jules.
PREV.   NEXT  
|<   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36  
37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   >>   >|  



Top keywords:
Quaerts
 

altijd

 

waarin

 
familie
 

jongen

 

kracht

 

begreep

 

beweging

 

stemming

 

hinderde


mogelijk

 
tegenover
 

aanzag

 
Cecile
 
morgen
 

bepaal

 

steeds

 

bespeurde

 

teeder

 

angstigs


Woensdag

 

Morgen

 

sterke

 

spieren

 

gezonde

 
slechts
 

voordeed

 

zeggen

 

speeltafel

 

andere


spiegel

 

achter

 
Mevrouw
 

bougies

 

gluurde

 

schijnbaar

 

belangstellend

 

kroontje

 

vergeefs

 

Verbitterd


manege
 
oogenblik
 

zelfverlies

 

gitten

 

goudspelingen

 
koningin
 

rouwde

 
verzonk
 
marine
 

afgekeurd