FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   >>  
m, de lucht in. Hem volgen er dadelijk vele, de een na den ander; ze stijgen in blauw in bezwijmeling; het glanst alles om hen rond. Nu, diep onder hen, welft zich, dun als een draad, de boog, maar ze zien er niet naar: stralen vallen er hun te gemoet; zielen zijn het, die ze omhelzen; in omhelzingen nemen zij ze mee. En dan het licht; het licht, dat overstraalt; oplossingen in het supreme licht; niets dan het licht, de klanken zingen het licht, de klanken zijn het licht, er is niets meer dan het Licht, eeuwig ... --Jules! Hij zag met een blik, die niet herkende. --Jules! Jules! Hij glimlachte nu, als gewekt uit een slaap van droomen; hij stond op, ging naar haar toe, Cecile. Zij stond voor de deur; zij was daar blijven staan, terwijl hij speelde: het was haar geweest of hij iets van haar speelde. --Wat speelde je daar, Jules? vroeg zij. En hij was nu geheel wakker en verlegen, omdat hij dacht, dat hij zeker heel veel geluid had gemaakt door het huis, door hun huis ... --Ik weet niet, tante! zeide hij. Maar zij omhelsde hem, in een, onstuimig, met dankbaarheid ... Zij was hem Het, het Mysterie! verschuldigd, omdat hij eens op haar was boos geweest ... * * * * * HOOFDSTUK IV. I. "O, dat wat niet te zeggen is, omdat woorden zoo weinige zijn, altijd de zelfde, combinaties van enkele letters en klanken; o, dat wat niet te denken is in de enge grenzen van het verstand; dat wat alleen aan te zweemen is met nauwlijks voelhorens van ziel: Essence der essences der dingen van onszelve ..." Maar ze schreef niet verder, zij wist niet meer: schreef ze, dat ze geen woorden had en zocht zij ze toch? Zij verwachtte hem en ze zag nu uit het open venster, of hij kwam. Lang bleef zij daar; toen wist ze, dat hij dadelijk komen zou en hij kwam ook; ze zag hem naderen langs den Scheveningschen weg; hij duwde het ijzeren hek der villa open, glimlachte haar toe en groette met den hoed. --Wacht! riep ze. Wacht daar ... Ze ging vlug de trap af, in den tuin, waar hij gebleven was. Hij zag haar hem tegemoet komen, vreugdig van geluk, en zoo broos bevallig; haar blonde hoofd zoo fijn in het jonge groen van Mei; als van een jong meisje haar figuur in het heel licht grijze toilet met wat zwart fluweel lint en iets van zilverkant hier en daar. --Ik ben blij je te zien. Je bent in zoo lang niet bij me geweest! sprak ze en gaf hem de hand. Hij antwoordde nog niet, gliml
PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   >>  



Top keywords:
speelde
 

geweest

 

klanken

 
glimlachte
 

schreef

 
woorden
 

dadelijk

 

naderen

 

groette

 

Scheveningschen


ijzeren

 
volgen
 

Essence

 

essences

 

voelhorens

 

zweemen

 

nauwlijks

 

dingen

 

onszelve

 
verwachtte

venster

 

verder

 
zilverkant
 

toilet

 

fluweel

 

antwoordde

 

grijze

 
figuur
 

tegemoet

 
vreugdig

gebleven

 

alleen

 

bevallig

 

meisje

 
blonde
 

denken

 

terwijl

 
blijven
 

verlegen

 

wakker


geheel

 
Cecile
 

herkende

 

overstraalt

 

oplossingen

 

supreme

 

eeuwig

 

omhelzingen

 

gemoet

 

vallen