FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71  
72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>  
de al hare stem, ofschoon hij niet hare woorden verstond ... Jules klom van de ladder af. Hij was treurig, dat Quaerts niet gevolgd had zijn schikken van de wapens op het rek en zijn drapeeren van het doek er om heen. Maar hij was stil door gegaan met zijn werk en nu het klaar was, klom hij af en ging hij, stil, zitten op den grond, met zijn hoofd tegen het voeteneind aan van de bank, waar zijn vriend lag te denken. Jules sprak geen woord; zijne oogen zagen recht voor zich uit, met iets van boudeeren, voelende, dat Quaerts nu naar hem keek. --Jules! zei Quaerts. Maar Jules antwoordde niet, starende. --Zeg Jules! Waarom hou je toch zooveel van me? --Weet ik het! sprak Jules met dunne lippen. --Weet je het niet? --Neen. Hoe weet je nu, waarom je van iemand houdt. --Je moet niet zooveel van me houden, Jules. Dat is niet goed. --Goed dan. Dan zal ik het minder doen, sprak Jules. Hij stond in eens op en nam zijn hoed. Hij gaf Quaerts eene hand, maar Quaerts hield hem vast, met een glimlach. --Zie je, bijna niemand houdt van me, alleen ... je papa en jij. Van je papa weet ik het, maar van jou niet, waarom je van me houdt. --Je wilt ook alles weten. --En is het een ongeluk om dat te willen? --Natuurlijk. Je zal zoo nooit tevreden zijn. Mama zegt altijd, dat men niets weet. --En jij? --Ik ... niets ... --Wat niets? --Ik weet niets ... Laat me nu gaan. --Ben je boos, Jules? --Neen, maar ik heb een afspraak. --Kan je wachten, tot ik me gekleed heb, dan gaan we samen. Ik ga naar tante Cecile. Jules streed. --Goed dan. Maar haast je. Quaerts stond op. Hij zag nu de wapens hangen, die hij geheel vergeten had. --Dat heb je netjes gedaan, Jules! sprak hij bewonderend. Dank je wel, hoor. Jules antwoordde niet en Quaerts ging zijne kleedkamer in. De jongen zette zich op de bank, strakrecht, en zag naar het Paleis, tusschen de dorre boomen door. Zijne oogen vulden zich met dikke ronde tranen, die neervielen; onbewegelijk, strakrecht, weende hij. III. Cecile leefde deze drie weken in eene onwetendheid, die haar pijnlijk aandeed. Door Dolf had zij wel gehoord, dat Quaerts jaagde, maar verder niets. Een schok van blijdschap electrizeerde haar, toen nu de deur achter den paravent openging en zij hem voelde binnenkomen. Hij stond voor haar, eer zij zich herwinnen kon en daar zij wat beefde, rees zij niet op en reikte zij, zittende, hem hare hand, met eene onzichtbare
PREV.   NEXT  
|<   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71  
72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>  



Top keywords:

Quaerts

 

Cecile

 
zooveel
 

antwoordde

 

strakrecht

 

waarom

 

wapens

 

kleedkamer

 

jongen

 

tusschen


vulden
 

boomen

 

Paleis

 

woorden

 

ofschoon

 

netjes

 

gekleed

 

afspraak

 

wachten

 

ladder


streed

 

gedaan

 

bewonderend

 

vergeten

 

geheel

 

hangen

 

verstond

 

weende

 

openging

 
voelde

binnenkomen

 
paravent
 

achter

 

electrizeerde

 

herwinnen

 

reikte

 

zittende

 

onzichtbare

 

beefde

 

blijdschap


onwetendheid

 

leefde

 

neervielen

 

onbewegelijk

 

pijnlijk

 

jaagde

 

verder

 
gehoord
 

aandeed

 

tranen