FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42  
43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   >>   >|  
em te antwoorden. --Zijn dat uw beide kinderen? vroeg hij, met een blik naar Dolf en Christie. --Ja, antwoordde zij. Staat eens op, jongens, en geef meneer een hand. De kinderen kwamen langzaam nader en staken hunne handjes uit. Hij glimlachte, hij zag ze doordringend aan met zijne kleine diepliggende oogen, en even hield hij ze vast. --Vergis ik me, of lijkt de kleine niet heel veel op u? --Ze lijken beiden op hun vader, antwoordde zij. Het was haar of ze een cirkel van bescherming om zich heen trok, waar de kinderen buiten waren en waarbinnen zij ze niet brengen kon. Het hinderde haar, dat hij ze zoo vast hield, ze zoo aanzag. Maar hij liet ze nu los en ze gingen weer op hunne bankjes zitten, zoet, zacht, stil. --Toch hebben ze beiden iets van u, hield hij vol. --Mogelijk! sprak ze. --Mevrouw! hernam hij, als wilde hij haar iets gewichtigs zeggen. Ik wou u ronduit iets vragen. Ik wou u vragen, of u me eerlijk, heel eerlijk, zoudt willen zeggen of u me onbescheiden vindt? --Omdat u me een visite maakt? O, waarlijk niet, meneer Quaerts. Het is heel beleefd van u. Alleen ... als ik oprecht mag spreken. Zij lachte even. --Natuurlijk, sprak hij. --Dan wil ik u wel bekennen, dat ik vrees, dat u weinig in mijn huis zult vinden, dat u zal amuzeeren. Ik zie geen menschen ... --Ik maak u geen visite om de menschen, die ik bij u zou kunnen zien. Zij boog glimlachend, alsof hij een compliment gezegd had. --U is me natuurlijk zeer welkom. U is een heel goed vriend van Dolf, niet waar? Zij wilde telkens andere woorden zeggen dan zij zeide, koeler woorden, hartelijker woorden, maar er was te veel welopgevoedheid in haar: zij kon het niet doen. --Ja, antwoordde hij. Wij kennen elkaar heel lang en we zijn altijd zeer bevriend geweest, ook al verschillen we heelemaal. --Ik mag hem heel gaarne, hij is altijd heel hartelijk voor ons. Zij zag hem glimlachend kijken naar het lage tafeltje. Er slingerde een paar tijdschriften, een paar boeken. Boven op lag een deeltje van Emersons Essays, met een vouwbeen er in. --U zei, dat u niet veel las! sprak hij ondeugend. Me dunkt ... En hij wees glimlachend naar de boeken. --O, zeide zij achteloos, lichtjes hare schouders bewegend. Zoo een beetje ... Zij vond hem zeer lastig; hoe had zij zoo gemerkt, dat ze zich voor hem verborgen had en waarom had ze zich ook voor hem verborgen? --"Emerson!" las hij, zich een weinig voorover buigend. Maar h
PREV.   NEXT  
|<   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42  
43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   >>   >|  



Top keywords:

kinderen

 

woorden

 

glimlachend

 
antwoordde
 

zeggen

 

beiden

 

visite

 

altijd

 
eerlijk
 

vragen


boeken

 
kleine
 

menschen

 
meneer
 

weinig

 

verborgen

 

welkom

 
kunnen
 

voorover

 

welopgevoedheid


buigend

 
vriend
 

telkens

 

andere

 

gezegd

 

natuurlijk

 
compliment
 

hartelijker

 
koeler
 

Emerson


vouwbeen

 

ondeugend

 

Essays

 

Emersons

 
gemerkt
 
deeltje
 
bewegend
 

beetje

 

lastig

 

schouders


achteloos

 

lichtjes

 
tijdschriften
 

bevriend

 

geweest

 

verschillen

 
kennen
 

elkaar

 

heelemaal

 

tafeltje