FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80  
81   82   >>  
ze zongen zoo goed weer wat hij voelde, die vier, vijf tonen en hij speelde ze weer en speelde ze weer, tot Suzette binnen vloog en hem zei, dat ze dol werd en hem vroeg of hij ophield. Zoo ook speelde hij nu, en het was erbarmelijk eerst; hij kende nauwelijks de noten weer; verscheurende cacofonien kermden op en doorsneden hemzelven zijn arm, nauw van hoofdpijn genezen, brein; hij kreunde of hij weer pijn had, maar zijne vingers waren als gehypnotizeerd, ze konden niet uitscheiden, ze zochten door en de klanken zuiverden zich; eene korte fraze klaarde los als met een kreet, een kreet, die telkens terugkwam op een zelfden toon, plotseling hoog na de doffe laagte, die als gepreludeerd had. En die toon was Jules eene verrassing: hij schrikte van ze--ze klonk zoo mooi van verdriet--en hij was nu blij ze gevonden te hebben en blij zoo een mooi verdriet te hebben. Toen bezat hij zich niet meer, en hij speelde door en het was hem of hij niet speelde maar een ander, die in hem was en hem dwong; hij vond de volle accoorden zuiver als bij intuitie: door het geween der klanken heen liep die zelfde muzikale figuur hooger en hooger op als met zilveren voeten van reinheid, tegen luchtig omhooggeblazen regenbogen van kristal en bereikte ze het hoogste van den glasboog, dan stiet ze haar kreet, maar nu met dronkenschap, uit in majeur, als sloeg ze hare wijde armen blijde op naar hemelen van ontastbaar blauw. En het werden als menschenzielen, die eerst leven en lijden en uitstooten haar klacht, die dan sterven, beginnen te stralen met lichamen van klaarte, wien lange vleugelen ontschieten als weerlichten van zilver, hunne zieleschouders uit; ze trippelen achter elkaar de regenbogen over als over bruggen van glazen blauw en rose en geel getintel, en er komen al meer en meer; het zijn volken van zielen en ze reppen en reppen hare zilveren voeten, ze dringen zich over den regenboog, ze lachen en zingen en duwen elkaar; in hun gedrang stooten hare vleugels elkaar, verstuift er zilverdons. Op den top van den boog staan ze nu en zien op groote naiveteit van lachende kinderoogen en ze durven niet, ze durven niet, maar achter hen dringen de zielen; ontelbare komen ze, meerdere, meerdere altijd door; ze duwen op naar den hoogsten top, hunne vleugels recht in de lucht, vlak tegen elkaar. En nu, het moet: ze mogen niet meer aarzelen: een haalt er diep adem, geeft een schok, spreidt open zijn vlucht en slaat zich met een slag uit den dichten dro
PREV.   NEXT  
|<   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80  
81   82   >>  



Top keywords:
speelde
 

elkaar

 

vleugels

 
dringen
 

reppen

 
zielen
 

hebben

 

voeten

 

zilveren

 

hooger


regenbogen

 
verdriet
 

klanken

 

durven

 

achter

 

meerdere

 

trippelen

 

zieleschouders

 

beginnen

 
werden

menschenzielen

 

lijden

 
ontastbaar
 

hemelen

 

blijde

 

uitstooten

 

klacht

 
vleugelen
 

ontschieten

 
weerlichten

klaarte

 

sterven

 

stralen

 

lichamen

 
zilver
 

regenboog

 

aarzelen

 
ontelbare
 

altijd

 

hoogsten


dichten

 
vlucht
 

spreidt

 

kinderoogen

 

majeur

 

lachen

 

zingen

 

volken

 

glazen

 

getintel