FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37  
38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   >>   >|  
Ze zag, dat ze zachtjes met elkaar spraken, vertrouwelijk, Jules met zijn arm op Quaerts' knie. Ze zag het glimlachend gezicht van Jules, als in aanbidding, opzien naar het gelaat van dien man, en ze zag, dat de jongen eensklaps zijne armen, tot eene woeste liefkoozing, heensloeg om zijn vriend, die hem afweerde, met een zacht gebaar. V. Den volgenden avond genoot Cecile nog meer dan gewoonlijk van de weelde thuis te kunnen blijven. Het was na den eten; zij zat met Dolf en Christie op de chaise-longue, in haar kleinen salon, de jongens elk in een arm genesteld; zij, in het midden tusschen hen in, jong als eene oudere zuster. Zacht gedempt vertelde hare stem: --Toen zei Juda: o, heer, laat mij in de plaats van Benjamin bij u blijven als slaaf! Want onze vader, die al zoo oud is, zei ons, toen we met Benjamin weggingen: Mijn zoon Jozef heb ik al verloren: hij is zeker opgegeten door de wilde beesten. En als je me nu Benjamin ook nog afneemt, en als hem een ongeluk overkomt, dan zal ik grijs van verdriet worden en dood gaan. Toen zei ik tot onzen vader, dat ik hem instond voor Benjamin en dat ik heel stout zou zijn, als we Benjamin niet weer thuis brachten. En daarom bid ik u, o heer, laat mij uw slaaf zijn en laat het kind met zijn broeders teruggaan. Want hoe kan ik zonder Benjamin mijn vader onder oogen komen ... --En Jozef, mama, wat zei Jozef? vroeg Christie. Hij had zich vast geklemd aan zijne moeder: een klein tenger ventje van zes jaar, met dun blond haar, met oogen van fletsch vergeet-mij-niet-blauw, en zijne fijne vingertjes haakten zich krampachtig in Cecile's japon en verfrommelden het krip. --Toen kon Jozef zich niet meer inhouden en hij beval zijn gevolg weg te gaan en barstte in tranen uit, en riep: Herken je mij dan niet? Ik ben het, ik ben Jozef! Maar Cecile kon niet voort vertellen, want Christie had zich aan haar hals geworpen met eene beweging als van wanhoop en zij hoorde hem snikken tegen haar aan. --Christie! Mijn jongen! Zij ontstelde zeer; zelve in vuur om haar verhaal, was haar de spanning van Christie niet opgevallen en zij hoorde hem nu in zulk eene hevige kindersmart tegen haar aan weenen, dat zij geen woord vond om hem te stillen, te troosten, te zeggen, dat het goed afliep. --Maar Christie, huil dan toch niet! Het loopt goed af ... --En Benjamin dan, Benjamin! --Maar Benjamin ging terug naar den vader en Jacob kwam in Egypte en ging samen wonen met Jozef .
PREV.   NEXT  
|<   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37  
38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   >>   >|  



Top keywords:

Benjamin

 

Christie

 

Cecile

 
blijven
 

hoorde

 

jongen

 

krampachtig

 

verfrommelden

 
vingertjes
 

haakten


ventje

 
teruggaan
 

zonder

 
fletsch
 

vergeet

 

geklemd

 

moeder

 
tenger
 

geworpen

 

stillen


troosten

 
weenen
 

kindersmart

 

spanning

 

opgevallen

 

hevige

 
zeggen
 

afliep

 
Egypte
 

verhaal


Herken

 

tranen

 

barstte

 

inhouden

 
gevolg
 
vertellen
 
ontstelde
 

snikken

 

wanhoop

 

broeders


beweging

 

kunnen

 
weelde
 

gewoonlijk

 

volgenden

 

genoot

 
chaise
 

genesteld

 

midden

 

tusschen