FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74  
75   76   77   78   79   80   81   82   >>  
-Ja, maar ik meen: dweep niet. En ... en hol ook zoo woest niet door, om Godswil! Hij zag tot haar op; hij zag het haar smeeken, met hare oogen, met de uitdrukking van haar gelaat, met geheel haar, even voorover buigend, staan. Hij zag het haar smeeken, zooals hij het haar hoorde doen, en toen zag hij, dat zij hem liefhad. Eene lichte verrukking kwam over hem, als daalde iets hoogs tot hem neer om hem te leiden. Hij verroerde zich niet,--hij voelde hare hand trillen op zijn schouder--bang, die verrukking bij de minste beweging te zullen doen vervliegen. Het kwam geen oogenblik in hem op, haar te zeggen een woord van teederheid, of haar te nemen in zijn armen en te drukken tegen zich aan: zij verheerlijkte zich zoo voor zijn oog, dat zulk profaan verlangen ver van hem af bleef. En toch voelde hij op dit oogenblik, dat hij haar liefhad, maar zoo, als hij nog nooit had liefgehad, zoo geheel en alleen met het edelste, dat in eene ziel, vaak voor zichzelve zelfs onzichtbaar, verscholen is: voelde hij, dat hij haar liefhad met allernieuwste gevoelens van reine jeugd en nieuwe frischheid en klare belangeloosheid. En het werd hem, alsof dat alles een droom was, die niet was, een droom van lichtgeweef om hem heen als met mazen van zonneschijn. --Madonna! fluisterde hij. Vergeef me ... --Beloof me dan ... --Ik wil wel beloven, maar ik zal niet kunnen houden. Ik ben zwak ... --Neen. --O ja. Maar ik beloof en beloof mijn belofte te zullen pogen te houden. Vergeeft u dan? Zij knikte hem toe; zij wierp haar glimlach op hem neer als een straal. Toen ging zij naar het kind, nam het in hare armen en bracht het tot hem: --Christie omhels hem en geef hem een zoen. Hij nam het kind van haar over en het kuste hem op zijn voorhoofd, en sloeg de armpjes om zijn hals. --Le petit Jesus! fluisterde hij. IV. Zij bleven toen lang met elkander praten en er kwam niemand, die hen stoorde. Het kind was weer gaan zitten bij het raam. De schemering begon hare asch naar binnen te strooien. Zacht wit zag hij Cecile daar zitten, in de melodie harer woorden van halve stem, die weldadig tot hem aanklonken. Zij spraken over veel; over Emerson; over een gedicht van Van Eeden, in den Nieuwen Gids; over hunne levensopvattingen. Hij had een kop thee willen aannemen, alleen om haar zich te zien bewegen met de weeke lijnen harer bevalligheid, staande voor het theetafeltje in den hoek. In haar wit toilet, had zij iets van marmer,
PREV.   NEXT  
|<   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74  
75   76   77   78   79   80   81   82   >>  



Top keywords:

liefhad

 

voelde

 
oogenblik
 

zullen

 

houden

 

beloof

 

fluisterde

 

zitten

 

alleen

 

geheel


smeeken
 

verrukking

 

omhels

 

Christie

 

bewegen

 

bracht

 

armpjes

 

voorhoofd

 

lijnen

 

glimlach


Vergeeft

 

belofte

 

toilet

 

marmer

 

theetafeltje

 

bleven

 

straal

 

bevalligheid

 

knikte

 
staande

praten

 
woorden
 

melodie

 

levensopvattingen

 

Cecile

 

Nieuwen

 

Emerson

 

gedicht

 

spraken

 

weldadig


aanklonken

 

stoorde

 

niemand

 

elkander

 

aannemen

 

willen

 

binnen

 
strooien
 

schemering

 

frischheid