FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>   >|  
et is heel ondankbaar van me. Ik heb toch zooveel om dankbaar voor te zijn ... Weet je: ik zou soms zoo gaarne in eens naar God willen, zoo in eens!!! --Toe, Amy, wind je niet zoo op! --O, ik wou, dat ik zoo als jij was, zoo kalm. Je voelt je gelukkig? Cecile knikte van ja, glimlachend. Amelie zuchtte; ze bleef even liggen met haar hoofd tegen heur zusters schouder. Cecile kuste haar, maar eensklaps schrikte Amelie: --Stil, fluisterde zij; de meisjes kunnen hier komen. Ze ... ze hoeven niet te zien, dat ik gehuild heb. Opstaande, schikte zij voor den spiegel heur hoed, droogde voorzichtig met den zakdoek haar voile af, plooide hare brides. --Zoo, nu zullen ze het niet zien, zeide zij. Laten we maar naar binnen gaan. Ik ben weer kalm. Je bent een lieve meid ... Zij gingen in de kleine kamer. --Kom meisjes, we moeten naar huis! sprak Amelie met eene, nog wat vreemde stem. --Heeft u gehuild, mama? vroeg Suzette, dadelijk. --Mama was wat zenuwachtig om Jules! zeide Cecile snel. VIII. Cecile was alleen: de kinderen waren naar boven, om zich op te knappen voor het diner. En ze zocht terug te zien hare verre perspectieven met bleeken horizont; ze zocht zich de zilverige oneindigheid terug, die door haar heen geschoten was als eene ontvangenis van licht. Maar het warrelde haar te veel: een caleidoscoop van heel recente herinneringetjes: de kinderen, Quaerts, Emerson, Jules, Suzette, Amelie. Vreemd, vreemd was het leven ... Het uiterlijke leven, het komen en gaan van menschen om ons heen; het klinken van woorden, die zij zeggen met stemmen van vreemdheid; het eindeloos wisselen der verschijnselen; het schakelen van die verschijnselen, het een aan het ander vreemd ook, het zijn van de ziel ergens in ons, als een god _in_ ons, nooit te kennen voor zichzelven in de essence van hemzelven. Dikwijls, zooals nu, scheen het Cecile, dat alles, de aller-banaalste dingen, vreemd, zeer vreemd waren, alsof er in het geheel niets banaals in de wereld was, alsof alles vreemd was: de vreemde vorm en uiterlijkheid van een dieper leven, dat in alles school, tot in het minste voorwerp toe, alsof alles zich maar vertoonde met een schijnsel, masker van voordoen, terwijl daaronder het eigenlijke was: de waarheid. Vreemd, zoo vreemd het leven ... Want het scheen haar of ze, onder de heel-gewoonheid van die afternoon-tea, iets heel ongewoons gezien had; wat, wist ze niet, zou ze niet kunnen uitdrukken, zelfs niet kunn
PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47  
48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>   >|  



Top keywords:

vreemd

 

Cecile

 

Amelie

 

Suzette

 

verschijnselen

 

scheen

 

gehuild

 

vreemde

 
meisjes
 

kunnen


Vreemd

 

kinderen

 
eindeloos
 
vreemdheid
 

ergens

 

schakelen

 

wisselen

 

menschen

 

caleidoscoop

 

recente


warrelde
 

geschoten

 

ontvangenis

 
herinneringetjes
 

Quaerts

 

klinken

 

woorden

 

zeggen

 

ondankbaar

 

uiterlijke


Emerson

 

stemmen

 

zooals

 
eigenlijke
 

waarheid

 
daaronder
 

terwijl

 
vertoonde
 
schijnsel
 

masker


voordoen
 

gewoonheid

 
uitdrukken
 

gezien

 

afternoon

 

ongewoons

 

voorwerp

 

banaalste

 
dingen
 

zichzelven