FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52  
53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   >>   >|  
dat hij wel eens vragen deed, die men niet deed. Dat was iets vreemds in hem. --Ja ... wist ze niets anders te zeggen. --Pardon ... zeide hij, ziende, dat zijne woorden haar lichtjes verlegen maakten. Ik vroeg dat, omdat ik ... ik ... --Omdat? herhaalde ze met groote oogen. Hij vermande zich en zeide het ronduit: --Dolf sprak altijd veel over u en zei, dat u stil leefde ... Ik kon me u zoo niet meer voorstellen in de wereld, onder veel menschen: ik had me een idee van u gemaakt en dat idee schijnt nu verkeerd te zijn. --Een idee? vroeg ze. Welk idee? --U is misschien boos, als ik u dat zeg. U is misschien toch al niet zoo heel tevreden over me! schertste hij. --Ik heb volstrekt niet tevreden of ontevreden over u te zijn! schertste zij terug. Maar vertel me nu van dat idee ... --U stelt dus daarin belang? --Als u het me oprecht vertelt, zeker. Maar dan oprecht zijn! dreigde zij met den vinger. --Nu dan ... begon hij. Ik dacht me u als een vrouw, heel ontwikkeld, heel interessant,--en dat alles denk ik nu nog--en: een vrouw, die niets gaf om de wereld buiten haarzelve en dat ... dat denk ik nu niet meer. En ik zou bijna zeggen, op gevaar af, dat u me heel vreemd vindt: het spijt me, dat ik dat niet meer denk. Ik had u bijna liever niet hier willen ontmoeten ... Hij lachte, om wat er voor vreemds in zijne woorden was, te temperen. Zij zag hem aan, hare wimpers trillende van verbazing, hare lippen even geopend, en in eens scheen het haar toe, dat zij hem voor den eersten keer in zijne oogen zag. Zij zag hem in die oogen, en ze zag, dat ze diep grijs waren, heel diep, met eene zwarte, nog diepere, pupil. Er was iets in die oogen, ze wist niet wat, maar iets van magnetisme, als zou zij de hare nooit meer kunnen afwenden. --U kan toch wel vreemd zijn! sprak ze werktuigelijk: woorden, die haar bij intuitie ontwelden. --O, toe wees er niet boos om! smeekte hij bijna. Ik was al zoo blij, dat u vriendelijk met me sprak: u was verleden een beetje hoog tegen me en het zou me zoo spijten als ik u ontstemd had. Ik weet wel, dat ik vreemd ben, maar ik kan tegenover u onmogelijk gewoon zijn, onmogelijk, zelfs al werd u er boos om ... _Is_ u er boos om? --Ik zou het eigenlijk wel moeten zijn, maar om uw franchise zal ik u maar vergeven! lachte zij. Galant was u anders allesbehalve. --Ik bedoelde het toch niet ongalant. --Dat zal wel! schertste zij terug. Zij herinnerde zich weer, dat zij op een gr
PREV.   NEXT  
|<   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52  
53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   >>   >|  



Top keywords:

schertste

 

vreemd

 

woorden

 

misschien

 

tevreden

 

onmogelijk

 

lachte

 
oprecht
 

anders

 

vreemds


zeggen

 

wereld

 

kunnen

 

afwenden

 

magnetisme

 

verkeerd

 
ontwelden
 

intuitie

 

werktuigelijk

 

zwarte


scheen

 

geopend

 

verbazing

 

lippen

 

eersten

 

smeekte

 
menschen
 

diepere

 

gemaakt

 

vergeven


franchise

 

eigenlijk

 

moeten

 

Galant

 

allesbehalve

 

herinnerde

 

ongalant

 

bedoelde

 
spijten
 

beetje


vriendelijk
 
verleden
 

ontstemd

 
gewoon
 

vragen

 
tegenover
 

trillende

 

wimpers

 

leefde

 

dreigde