n knodsen op edelman en knecht.
Wat kerven, kneuzen, moorden met bijl en goedendag!
En boven barmen lijken ontrolt men Vlaandrens vlag...
De zonne straalt... Ik wandel den ouden Kouter rond,
Waar, steunend op zijne armen, het Vlaamsche leger stond.
Daar schudt een boom zijn takken: "Hier vocht men Vlaandren vrij;
Doch moet het eeuwen duren, eer Vlaandren dankbaar zij?"
Bij het nieuw gedeelte van het oude-mannenhuis vormt de Groeningelaan
eenen kleinen elleboog.
Eene nieuwe laan, van verscheidene meters breedte, vertrekt naar de
Esplanade, en bakent de plaats af, waar het gedenkteeken zal oprijzen,
dat het Dietsche volk in 1902 ter eere van zijne voorvaderen wil
onthullen.
Eenige schreden verder, tegen den Gentschen weg, staat, half verscholen
in den gevel der huizen, het oude kapelleken van Groeninge, over weinige
jaren versierd en voorzien van een toepasselijk opschrift:
IN : T : JAER : ONS : HEREN : 1302 :
OP : SENTE : BENEDICTUS : DACH : IN :
HOYMAENT : WAS : DE : STRYT : TE : CURTRYCKE :
ER : ZYN : DOOD : GEBLEVEN : OMTRENT :
21000 : MN : WAERONDER : 63 :
HERTOGEN : GRAVEN : EN : 1800 :
BAENDERHEREN : EN : EDELEN :
R : I : P :
* * * * *
Het veld kennende, moeten wij ook den slag en zijne gevolgen herdenken.
Uit de staten van Karel den Groote ontstonden twee machtige rijken:
Frankrijk en Duitschland. Tusschen beide streken lag Nederland, met eene
eigen beschaving en eene eigen bestemming. En het duurde niet lang, of
Vlaanderen stond aan het hoofd der Nederlandsche gewesten.
In den beginne was de Duitsche invloed ten onzent groot, ja overwegend.
Maar de keizer bezweek in de velden van Bouvines, in 1214, en nu
ontwaakte de Fransche invloed, krachtig en altoos dreigend.
Ten laatste besloot Philip de Schoone het rijke graafschap te veroveren.
De klauwen van Vlaanderens Leeuw verstoorden zijn plan.
Vlaanderen redde zijn bestaan. Met zijne zelfstandigheid bewaarde ons
volk zijne moedertaal, alsmede het natuurlijk recht, die taal in alle
omstandigheden des levens te spreken. Met zijne taal redde ons volk
zijne voorouderlijke zeden en zijne godsdienstigheid, al de deugden van
den edelen Germaanschen stam.
Er zijn, in den loop der volgende eeuwen, heldere en donkere dagen
aangebroken. Het Huis van Burgondie is opgekomen; Oostenrijk, Spanje en
Frankrijk hebben ons overheerscht.
Het kon niet baten.
|