ochten
de Kortrijksche nonnen van Groeninge eene schuilplaats in de abdij van
Eename, waar zij twee maanden verbleven. Zuster Carolina de Witte heeft
dit alles in haar dagboek aangeteekend.
Den 26 April 1794 -- zegt zij -- zijn wij vertrokken met het beeld van
O.-L.-Vrouw, en hebben vernacht te Waregem.
Den 27 's avonds zijn wij te Oudenaarde aangekomen, en hebben verbleven
in de abdij van Maagdendale tot den 29 's morgens, wanneer wij gegaan
zijn tot de abdij van Eename, alwaar wij bleven tot den 23 Juni.
Den 18 Mei, dag van het gevecht tusschen Kortrijk en Doornik, werd het
beeld op het altaar gesteld gedurende de hoogmis.
Den 23 Juni zijn wij vertrokken naar Velzeke, met nog vijftien andere
kloosterzusters.
Den 2 Juli heeft men het heilig beeld op het altaar gesteld in het
klooster van Velzeke.
Wij zijn daar gebleven tot den 6 Juli, wanneer wij naar Kortrijk zijn
teruggekeerd, slapende te Oudenaarde in de abdij van Maagdendale.
Den 8 zijn wij in ons klooster toegekomen, aldaar alles "in groote
troubels vindende."
Eename telt hedendaags 890 inwoners.
Op het dorpsplein staat eene steenen kolom: de kaak of de schandpaal,
waartegen men vroeger zekere booswichten ten toon stelde.
Bij het aanleggen van de spoorbaan naar Zottegem, in 1867, vond men, op
het grondgebied van Erwetegem, vele Romeinsche muntstukken, bewaard in
een bruinachtig kruikje.
* * * * *
Zottegem, met ruim 3,000 inwoners, ligt eigenlijk benoorden de Vlaamsche
Ardennen. Doch het is een schoon, nijverig vlek, en verdient om meer
dan eene reden een bezoek.
Zottegem is de hoofdplaats van een kanton. Vijf ijzeren wegen loopen
hier samen.
In de XIVe eeuw bloeide er het lakenweven. Op zekeren dag, in 1314,
kwam Ketele, de toenmalige onderbaljuw van Gent, met eenige naijverige
mannen herwaarts. De rekening vermeldt, dat zij twee dagen "ute waren,"
en dat zij met twee wagens de gebroken getouwen wegvoerden. Dergelijke
baldadigheden gebeurden ook te Assenede.
Wij kennen eene rederijkkamer, welke te Zottegem de tooneelkunst
beoefende: _Die bloeit door liefde en eendracht, groeit_. In 1784
vertoonde zij te Kortrijk het treurspel _Mahomet_; in 1788 schreef zij
eenen prijskamp uit.
De parochiale kerk is goed hersteld en geschilderd. In den zijmuur langs
de Markt wijst eene ijzeren deur den grafkelder van Egmond en zijne
vrouw aan.
Twintig schreden verder rijst een klein standbeeld van den held van
St-Quintijn en Greveling
|