en. Het werd vervaardigd door CALLOIGNE, van
Brugge, en plechtig onthuld in den zomer van 1872.
Lamoraal, graaf van Egmond, bleef den godsdienst zijner vaderen getrouw;
hij beminde zijnen koning, en droeg zijne vrouw en kinderen eene
onbegrensde liefde toe. Op het slagveld was hij manhaftig; doch in het
gewone verkeer des levens scheen hij buigzaam en zonder de noodige
wilskracht.
Zoomin als Willem van Oranje en den graaf van Hoorn, kon Egmond het over
zijn hart krijgen, dat Granvelle in den Staatsraad eenen zekeren
voorrang had en naast de Landvoogdes de eerste plaats innam.
Zoo raakte hij in onmin met Granvelle, om meer en meer den Zwijger aan
te hangen, die koud, listig en vooral heerschzuchtig was. Ook schertst
VAN VAERNEWYCK, in zijne _Beroerlicke tijden_, niet weinig met den
gewestvoogd, als hij zegt: "Het was goed te merken, wat faveur de graef
de consistorianten droeg, daer hy hun niet en wilde verbieden hunne
manier van doen, verstaende nochtans, dat zy hem geobedieert zouden
hebben; waerom by sommigen een gemeen spreekwoord van hem ging, dat hij
op twee peerden reed: op een geusch en een katholiek peerd, maer dat hij
het meest het geusche peerd beschreed."
Toen de hertog van Alva in de Nederlanden kwam, vertrok de Zwijger naar
Duitschland, om vreemde krijgsknechten aan te werven. De graven van
Egmond en Hoorn werden gevangen en den 10 September 1567 gekerkerd. Hun
proces duurde lang. Er bleek uit het gerechtelijk onderzoek en uit de
afgelegde getuigenissen, dat beide edellieden het eens waren met de
oproerige Geuzen. DE BAVAY, die de gansche rechtspleging liet
verschijnen, drukt zich uit als volgt: "Le comte d'Egmont etait coupable
de rebellion et de lese-majeste, a cause des mauvais offices qu'il avait
faits avec les sectaires seditieux et rebelles a la sainte eglise; et
pour avoir en outre favorise la ligue et abominable conjuration du
prince d'Orange et d'autres seigneurs."
Den 5 Juni 1568, op Sinksenavond, legden beide graven het hoofd onder
het mes van den beul.
Als men te Zottegem de breede Neerstraat volgt, ontwaart men, aan 't
einde links, de overblijfselen van Egmonds kasteel. Het biedt niets
merkwaardigs aan.
Zottegem is de geboorteplaats van den geneesheer LAURENS DE METS. In
1639 liet hij eene _Zalige remedie tegen de besmetting der pest_
verschijnen.
XVIII.
De omstreken van Zottegem.
In de nabijheid van Zottegem liggen verscheidene dorpen, die zeker vroeg
bewoond we
|