1576 was "de nering
sober." De schepenen beslisten voor 10,000 gulden "ammelaken ende andere
goederen af te coopen," en dan "dezelve voort te vercoopen tot winning
van de stede."
Toen Albert en Izabella in 1600 hunne plechtige intrede deden, werden
zij begiftigd met gedamaste tafellakens, die 2,497 pond parisis kostten.
Bezocht een vorst de stad, zoo liet men in het stadhuis weefgetouwen
oprechten, ten einde "de fabrique der gemeente te doen zien."
In 1761 opende men de Teekenschool. "Dit was," schreven de wethouders,
"om nieuwe desseinen voor de fabrique van het serveetwerk" te krijgen.
In den loop der XIXe eeuw waren de rijkste vlasoogsten die van 1803,
1805, 1808, 1813, 1820, 1824, 1834, 1839, 1840, 1851, 1855, 1860, 1864,
1866, 1872, 1874, 1877, 1881, 1883 en 1895. Niet zelden gold de hectare
1000, ja 1400 fr.
* * * * *
Buiten het Doorniksch voorgeborchte is de grond zeer vruchtbaar en heel
schilderachtig. Daar vindt men den Pottelberg, den Marionettenberg, het
Hooge, den Spoelberg. Het zijn verhevenheden van dertig, veertig meters.
Op den Pottelberg legerden de Franschen in 1302, eer zij de Vlamingen
aantastten. Aan den voet des heuvels lag de heerlijkheid van
Hoog-Mosscher, reeds genoemd in oorkonden uit de XIIe eeuw. In 1293 had
Gwijde van Dampierre den heer van Mosscher en zijne familie veroordeeld
tot het betalen van eene boete en eene jaarlijksche rente aan de abdis
van Groeninge. Was het misschien om zich te wreken, dat de snoodaard den
11 Juli 1302 als gids der overweldigers optrad?
Hedendaags is het kasteel van Hoog-Mosscher een lief zomerverblijf. In
de nabijheid rijst de Kapel ten Bloede. Men wil, dat Dirk van Elzas in
het adellijke slot vernachtte, toen hij met het H. Bloed van Christus
uit Palestina terugkeerde, en dat men, ter gedachtenis van dit bezoek,
het genoemde kapelleken oprichtte. In alle geval bestond het reeds in
1441.
Op het Hooge vindt men het kasteel der familie Goethals, met bosschen,
vijvers en lusttuinen.
Een binnenweg loopt naar den Spoelberg, het hoogste punt op het
grondgebied van Kortrijk.
Aan den voet staat een groot kruisbeeld, op de kruin eene landelijke
herberg. Als de wandelaar zich naar het Zuiden keert, zoo gaat zijn oog
over eene groote vallei, in de verte begrensd door de heuvelen van
Sint-Denijs en Knokke. Aan den anderen kant vindt hij het Hooge met zijn
kasteel, Kortrijk met zijne torens en schouwen. Rechts, in de richting
van Zwevegem, be
|