iedvorscher A. VAN DER MEERSCH; -- van den geleerden pater VAN
TRICHT, S. J. (1842-1897); -- van den dichter en toonkundige G.
ANTHEUNIS (1840).
De Casteleyn, "priester en excellent poeet," had eenen grooten dunk van
"de conste van rhetorijcke." Ik schreef, zegt hij ergens, 36
esbatementen, 38 tafelspelen, 12 staande spelen "van sinne" en 30
wagenspelen. Het boek, waarin hij zijne voorschriften uiteenzette,
verscheen na zijnen dood, en wel in 1555. Het bleef gedurende eene eeuw
het wetboek voor allen, die aanspraak wilden maken op den naam van
dichter.
Drusius werd leeraar der Oostersche talen te Oxford, te Leiden en te
Franeker. Verscheidene gewrochten over het Oude Testament en de heilige
Schrift vloeiden uit zijne pen.
Brouwer heeft men "den Rubens van het genre" genoemd. Met voorliefde
maalde hij tooneelen uit het woeste leven in de kroegen. Vechtende,
rookende, slapende, bedwelmde en onpasselijke boeren en slempers,
ziedaar de onderwerpen van zijne tafereeltjes. Maar deze zijn
wonderkeurig bewerkt, en tintelen van humor en argelooze waarheid.
B. de Rantere hield zich langen tijd en met onvermoeide volharding bezig
met het opsporen van de belangrijke archieven, die ten stadhuize bewaard
worden. Ook genoot hij onder zijne medeburgers de eervolle
onderscheiding, die alleen den braven en rechtzinnigen man ten deele
valt.
Liedts schonk zijne gansche boekerij aan de stad.
Mevrouw Verwee, geboren Maria d'Huygelaere, is ook een kind van
Oudenaarde. Zij dichtte de gekende _Meerschbloemen_.
XIV.
Naar Leupegem en Edelare.
Leupegem en Edelare zijn twee kleine, maar vriendelijke gemeenten in de
nabijheid van Oudenaarde.
Leupegem heeft 1050, Edelare ongeveer 400 inwoners. Te Leupegem
aanschouwde de rederijker J.-B. DE BACKER het levenslicht (1783).
Den steenweg naar Geeraardsbergen volgende, beklimt men den
Edelare-berg, die ruim 80 meters hoog is. De helling is nog al steil.
Ook zal de wandelaar wel eens poozen, en dan eenen blik werpen op de
stad en de vallei der Schelde.
Oudenaarde, met zijne torens, daken en schouwen, ligt daar voor hem, in
de diepte, te midden van uitgestrekte, zachtgroene beemden, waar koeien
grazen en kinderen spelen. Tusschen Melden en Elzegem kronkelt de
Schelde, tintelend in den glans der zomerzon. Aan den anderen kant
onderscheidt men het oude Eename, het nijverige Eine, Heurne met zijnen
witten kerktoren, en verder de hoogten van Gaver en het Belfort van
Gent.
|