lwerk
opwerpen tegen den moedwil zijner Waalsche onderdanen. Hoe het zij,
Geeraardsbergen was de eerste Vlaamsche gemeente, die eene keure kreeg.
Ziehier enkele bepalingen uit dit oude wetboek:
"Alwie in Geeraardsbergen erf koopt en zich aan de stedelijke wet,
volgens het oordeel der schepenen, onderwerpt, wordt vrij, al was hij
dat vroeger ook niet.
"Elke burger van Geeraardsbergen heeft het recht de stad te verlaten en
zijne woonstede elders te kiezen, mits hij geene schulden nalate.
"Geen burger mag gedwongen worden tot het tweegevecht, noch tot het
ondergaan van vuur- of waterproef.
"Wie geene erfgenamen heeft, mag zijne goederen, zoo roerende als
onroerende, vermaken aan de kerk of aan den arme.
"Een burger, die weigert zijne schulden te betalen, zal, na uitspraak
der schepenen, door 's graven hulp en macht, daartoe gedwongen worden.
"Wie een ander doodt of verminkt, zal, buiten het geval van eigen
verwering, hoofd voor hoofd, lid voor lid geven."
Dank aan die keure, zegt Dr MOROY, bezat het ontluikend Geeraardsbergen
op korten tijd de drie dingen, die eigenlijk de stedelijke gemeente
uitmaakten: eene parochiekerk en een plaatselijk schependom, met muren
en vestingen.
Deze waren bijzonder sterk aan den kant van Henegouw, alwaar twee
stevige torens, die nog gedeeltelijk bestaan, de Pussemijpoort
beheerschten en beschermden. Men noemt ze den _Pijntoren_ en den
_Dierenkost_. In de Pussemijstraat, derwaarts leidende, stond de eerste
_pusseme_ of woekerbank, de eerste Lombard.
Na de nederlaag der Vlamingen te Kassel, op den 20 Augustus 1328, werden
onze vaderen streng gestraft. Te Brugge en te Ieperen alleen koos men
1400 gijzelaars. WILLEM DE DEKEN, oudburgemeester van Brugge, stierf als
martelaar den 15 December 1328. Een andere Bruggeling duidde twee mannen
van Geeraardsbergen als medeplichtigen aan: HENDRIK VAN KERREGHEM en JAN
BLONDEEL. De genaamde JAN LE CLERC, die in vroegere jaren te
Geeraardsbergen een openbaar ambt bekleedde, onderteekende zijne
onderwerping daags voor St-Michielsdag in 1329. Hij beleed misdaan te
hebben "en ces derraines esmeutes."
Tijdens de regeering van Lodewijk van Male heerschten er nogmaals
groote onlusten in Vlaanderen: een krijg tusschen de burgerij en den
adel. De Witte Kaproenen bezetteden in 1380 de vier Ambachten, haalden
Ieperen voor hunne zaak over en wonnen bovendien Dendermonde, Aalst,
Ninove en Geeraardsbergen.
In de maand Maart van het volgende jaar
|