t.
Voortstormende, doodden de woestaards Karel Martens recht tegenover de
deur van zijn huis. Bij den trap van het stadhuis vermoordden zij Jan de
Block en Frans de Contreras.
Eenige soldaten drongen in het huis _de Appel_, op de Markt, en brachten
daar zeven personen om, onder anderen Michiel Gevel en twee vreemde
kooplieden. De beulen ontkleedden de lijken, en wierpen ze naakt door
de bovenvensters op de straat.
Van daar liepen zij over den Burg door de Broodstraat naar Pamel, alwaar
zij een jong meisje nedervelden: Sophia van den Hende, die haren broeder
was gaan zoeken.
Een boer, die hen in de Broodstraat ontmoette, stortte almede levenloos
ten gronde.
In de Kasteelstraat troffen de republikeinen H. Gyselinck, oud 21 jaren.
Komende in de abdij van Maagdendale, doodden zij al de Ronsenaren, die
daar eene schuilplaats hadden gezocht. Verder, in de Hoogstraat,
kwetsten zij J. de Langhe, van Ooike. De martelaar sukkelde voort tot in
de Kattestraat, waar men hem den genadeslag toebracht.
Bij de Baarpoort trof een kogel G. de Vos, herbergier in _de Kroon_, te
Leupegem. De Vos was zeer oud en hoorde bijna niet meer.
De registers van den burgerlijken stand der stad Oudenaarde bewaarheden
het grootste gedeelte van de Rantere's verhaal.
XVII.
Naar Zottegem.
Achttien kilometers scheiden Oudenaarde van Zottegem. Tusschen beide
plaatsen liggen Eename, Welden, Munkzwalm en Rooborst.
Eename was zeer vroeg eene villa, met een versterkt kasteel.
Boudewijn van Rijsel stichtte er, in 1063, eene abdij, toegewijd aan
Sint-Salvator. De bisschop van Kamerijk bevestigde de stichting in den
loop van het volgende jaar. De kerkvoogd noemde Eename eene bloeiende
plaats met drij bedehuizen.
CH. PIOT heeft het cartularium der abdij uitgegeven. Zoo weten wij, dat
het jonge klooster spoedig mild begiftigd werd. Het bekwam de altaren
van Kortemark en Handzame, in 1085; -- het altaar van Opbrakel, in 1096;
-- dat van Welden, in 1110; -- de altaren van Semmerzake en Melsen, in
1117; -- die van Moorsele en Lemberge, in 1126. Voorts bezat het
gesticht tienden en goederen te Mater, te Welden, te Leupegem, te
Schoorisse, te Eine, te Avelgem, te Bosuit, te Moen, te Werken, te
Handzame, te Oost-Roosbeke, te Deurne, te Kluizen, te Marke, te
Oosterzele, te Everbeke en te Hoorebeke. Eene oorkonde van 1187 noemt
gronden, ingenomen door het kanaal de Yser.
Tijdens de Fransche omwenteling, op het einde der XVIIIe eeuw, z
|