FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  
n hun tsinkelend zilverspel en schervelden langs de gladde tellooren met wrijvende geluiden. Sebastiaan boog zich over tafel en zijne linkerhand deed al wuivend een stil gebaar: --Laat juffrouw Bella maar bedaren--ze krijgt wel wat praats, als ze mij hierom genegen is. --Een beetje soep nog? vroeg mevrouw Devleeschhouwer. --Wel ja, wel ja, zei Albien. Goedele at langzaam en was precies zoo heinde en verre met hare gedachten. Ze keek altemets naar een schitterende lichtvlek op den spiegel, en bleef er dan staren, alsof ze geerne zich geleidelijk liet wegvaren in gaande gepeinzen. Sebastiaan keerde zijne oogen naar heur. Ze voelde meteen den toets zijner blikken en was seffens verlegen, even glimlachend om vriendelijk te zijn. Hij werd ook hare verwijderingen gewaar en fluisterde haar af en toe een onbeduidend woord toe, bij manier van haar terug te roepen, haar bij te houden, dichterbij. --Waaraan denkt ge? --Aan niets, mijn vriend.... --Goedele is nooit zonder gedachten. --Ik bekeek die bloemen.... Hij vond nu ook die bloemen leelijk, monsterachtig. Goedele lachte, omdat hij zelve ze besteld had. Hij bleef bij zijne meening, dat het afgrijselijke wangedrochten leken, en dan, al waren ze in waarheid schoone.... --Ze zijn ondankbaar, zei hij, als ze u wegrukken van mij. Mevrouw Devleeschhouwer, die naast mijnheer Wilder zat, was druk bezig met hem over zuinigheid en gulzigheid. Dat was gekomen naar aanleiding van Alfred's ongemakkelijke doening. Alfred at met ongemeene schuchterheid, al langetandend en muilkens makend. Aldoor loerde hij naar Goedele en bouwde in zijn geest romantische toestanden, waar hij den held en zij de heldinne was, en moeder moest hem stootjes geven om hem te doen eten. --Hij eet zoo weinig t'onzent ook, zeide ze aan mijnheer Wilder. --De jongens moeten eten om groot te worden, was 't idee van Albien. Mevrouw Devleeschhouwer gaf hem gelijk, maar ze had toch liever een zoon, die zuinig was, dan een doorvreter met gulzige manieren, die alles verslinden kon en daar op een ende zou te zweeten zitten lijk een trampeerd, en geweld te doen om niet onpasselijk te worden. --En als de examentijd er komt, weten de kinderen zoo vreeslijk van dat folterend surmenage.... Lust gij nog een beetje spruitjes of wat vleesch, mijnheer Wilder? --Wel ja--wel ja.... Alfred zette zich te blozen, omdat moeder hem met dat woord "kinderen" zoo kleineeren wou. Hij zag noesch op naar Goed
PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  



Top keywords:

Goedele

 

mijnheer

 

Alfred

 

Devleeschhouwer

 

Wilder

 

gedachten

 

moeder

 

bloemen

 

Mevrouw

 

Albien


worden

 

Sebastiaan

 

beetje

 

kinderen

 

muilkens

 

ongemakkelijke

 

schuchterheid

 

makend

 
ongemeene
 

doening


langetandend

 
bouwde
 

toestanden

 

surmenage

 

romantische

 

loerde

 

Aldoor

 

spruitjes

 

kleineeren

 
noesch

ondankbaar
 

wegrukken

 

blozen

 

folterend

 
gekomen
 
gulzigheid
 
zuinigheid
 

vleesch

 
aanleiding
 

trampeerd


zuinig

 

schoone

 

liever

 

gelijk

 

doorvreter

 

zitten

 

verslinden

 

gulzige

 

manieren

 

zweeten