FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50  
51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   >>   >|  
tdaags de dertiende kolonie uitroeien. Dat is dus wel een goed werk.' 'Ja! Ja!' zeide Johannes--'het is heel merkwaardig!' Hij was eigenlijk een beetje bang geworden, en voelde zich veel rustiger, toen zij den gedienstigen herder dankend vaarwel hadden gezegd en ver van het mierenvolk wiegelend op een grashalm zaten uit te rusten, in de schaduw van een sierlijk varenblad. 'Hu!' zuchtte Johannes, 'dat was een bloeddorstig en dom gezelschap.' Windekind lachte en schommelde met zijn grashalm op en neder. 'O!' zei hij, 'gij moet hen niet dom noemen. De menschen gaan naar de mieren om wijs te worden.' Zoo toonde Windekind aan Johannes alle wonderen van het bosch, zij vlogen beiden tot de vogels in de boomtoppen en in de dichte heesters, daalden af in de kunstige woningen van de mollen, en zagen het bijennest in den ouden boomstam. Eindelijk kwamen zij aan een open plek, omringd door kreupelhout. Kamperfoelie groeide er in grooten overvloed. Overal slingerden zich de weelderige twijgen over de struiken en prijkten de welriekende bloemkransen tusschen het groen. Een zwerm meesjes sprong en fladderde tusschen de blaadjes, onder luidruchtig getjilp en gekwetter. 'Laat ons hier wat blijven,' vroeg Johannes, 'hier is het heerlijk.' 'Goed,' zeide Windekind. 'Dan zult ge ook iets grappigs zien.' Op den grond stonden blauwe klokjes in het gras. Johannes ging naast een zitten en begon een gesprek over de bijen en de kapellen. Dat waren goede vrienden van het klokje en daarom vlotte het gesprek ook spoedig. Wat was dat? Een groote schaduw kwam over het gras en iets als een witte wolk daalde op het klokje neer ... Nauwelijks had Johannes tijd om weg te komen, en vloog naar Windekind, die in een hoogbloeiende kamperfoelie- bloem zat. Toen zag hij dat de witte wolk een zakdoek was en bom! daar ging een dikke juffrouw op den zakdoek zitten en op het arme klokje dat er onder was. Hij had geen tijd om het te beklagen, want gerucht van stemmen en gekraak van takken vervulden de open plek van het bosch. Een menigte menschen naderde. 'Nu zullen wij lachen,' zeide Windekind. Daar kwamen zij aan, de menschen. De vrouwen met manden en parapluies in de hand, de mannen met hooge, rechte, zwarte hoeden op. Ze waren meest allen zwart, erg zwart. In het zonnige, groene bosch zagen zij er uit als groote, leelijke inktvlekken op een prachtig schilderij. Er werden heesters uiteengedrongen, bloemen neergetrapt, nog vele witt
PREV.   NEXT  
|<   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50  
51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   >>   >|  



Top keywords:
Johannes
 
Windekind
 
klokje
 
menschen
 

groote

 

heesters

 

zakdoek

 

kwamen

 

schaduw

 

tusschen


zitten

 

gesprek

 

grashalm

 

Nauwelijks

 

blauwe

 

stonden

 

hoogbloeiende

 
klokjes
 
vrienden
 

vlotte


daarom

 

grappigs

 
daalde
 

kapellen

 

spoedig

 

zonnige

 
hoeden
 

mannen

 

rechte

 
zwarte

groene

 
leelijke
 

neergetrapt

 

bloemen

 
uiteengedrongen
 

werden

 

inktvlekken

 

prachtig

 

schilderij

 

parapluies


manden

 
juffrouw
 
beklagen
 

gerucht

 

stemmen

 

zullen

 

lachen

 

vrouwen

 

naderde

 
gekraak