FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72  
73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   >>   >|  
. Ik ging heel ver, uren ver, geloof ik, en midden in was een groot bosch van waterplanten, waar slakken tegenop kropen en waterspinnen glinsterende nestjes bouwden. Stekelbaarsjes schoten er door en bleven mij soms met open mond en trillende vinnen aankijken, zoo verbaasd waren ze. Daar heb ik kennis gemaakt met een aal, wien ik bij ongeluk op zijn staart trapte. Die heeft mij van zijn reizen verteld; hij was tot in zee geweest, zeide hij. Men had hem daarom koning gemaakt in den vijver, want niemand was zoover geweest. Hij lag altijd in de modder te slapen, behalve wanneer hij eten kreeg, dat anderen hem brachten. Hij at verschrikkelijk veel. Dat was omdat hij koning was, men wilde graag een dikken koning, dat stond deftig. O, het was prachtig mooi in dien vijver!' 'Waarom kun je dan nu niet meer daarheen gaan?' 'Nu?' vroeg Johannes en keek haar met groote peinzende oogen aan. 'Nu? Nu kan ik niet meer. Ik zou daar verdrinken. Maar het is niet noodig. Ik ben liever hier, bij de seringen en bij u.' Robinetta schudde verwonderd het blonde hoofdje en streek Johannes over het haar. Toen keek ze naar haar roodborstje, dat aan den rand van den vijver allerlei lekkernijen scheen te vinden. Hij keek even op en bleef beiden een oogenblik met zijn heldere oogjes aanzien. 'Begrijp jij er iets van, vogelijn?' Het vogelijn keek heel slim en ging toen voort met zoeken en pikken. 'Vertel mij verder, Johannes, van wat je gezien hebt.' Dat deed Johannes gaarne, en Robinetta luisterde, geloovig en aandachtig. 'Maar waarom is dat alles opgehouden? Waarom kun je nu met mij niet gaan? daar overal heen? Ik wilde ook graag.' Johannes spande zijne herinnering in, doch een zonnig waas bedekte den donkeren afgrond, dien hij was overgegaan. Hij wist niet juist meer, hoe hij zijn vorig geluk verloren had. 'Ik weet het niet recht, gij moet er niet naar vragen. Een naar klein wezentje heeft alles bedorven. Maar nu is het er weer. Nog beter dan vroeger.' De seringengeur daalde uit de heesters op hen neer en het gegons der vliegen over het watervlak en de stille zonnestralen doordrongen hen met zoete bedwelming. Totdat een bel op het huis met piependen zwaai begon te luiden, en Robinetta haastig wegvloog. Toen Johannes dien avond in zijn kamertje kwam en naar de maan-schaduwen der klimopbladeren keek, die over de ruiten schoven, scheen het alsof er tegen het glas getikt werd. Johannes dacht dat het een klimopblad was, d
PREV.   NEXT  
|<   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72  
73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   >>   >|  



Top keywords:

Johannes

 

vijver

 

koning

 

Robinetta

 

Waarom

 

scheen

 
vogelijn
 

geweest

 

gemaakt

 

spande


waarom
 

opgehouden

 

overal

 

herinnering

 

overgegaan

 

afgrond

 

zonnig

 

bedekte

 
donkeren
 

aandachtig


luisterde

 
klimopblad
 

zoeken

 

Begrijp

 

pikken

 
Vertel
 

getikt

 
gaarne
 

schoven

 

gezien


verder

 

geloovig

 

watervlak

 

stille

 

zonnestralen

 

doordrongen

 

vliegen

 
heesters
 

gegons

 

bedwelming


luiden
 
haastig
 

piependen

 
Totdat
 
kamertje
 
daalde
 

vragen

 

ruiten

 

verloren

 

aanzien