FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87  
88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  
!' zei Pluizer, maar de docter keek nog niet op. Toen schrikte Johannes, want het witte voorwerp waarnaar hij ingespannen keek, kwam op eens in krampachtig rukkende beweging. Wat hij gezien had, was het witte buikdons van een konijntje. Het kopje met den beweeglijken neus lag achterover in ijzer geklemd, en de vier pootjes waren strak gebonden naast het lichaam. Kort duurde de wanhopige poging om zich te bevrijden, toen lag het beestje weder stil en alleen de snelle beweging van de bloedige keel toonde dat het nog leefde. En Johannes zag het ronde, goedige oog dat zoo wijd staarde in machteloozen angst en het was of hij het herkende. Ach! was dat niet het zachte lijfje, waartegen hij gerust had in dien eersten, zaligen elfennacht? Oude herinneringen drongen met geweld in hem boven. Hij vloog op het diertje toe: 'Wacht! wacht! arm konijntje, ik zal u helpen.' En haastig trachtte hij de koordjes los te knoopen, die de teere pootjes striemden. Doch zijn beide handen werden tegelijk vastgegrepen en een scherpe lach klonk aan zijn oor. 'Wat beduidt dat, Johannes? Ben je nog zoo kinderachtig? Wat moet de docter wel van je denken?' 'Wat wil die jongen? wat doet hij hier?' vroeg de docter verbaasd. 'Hij wilde een mensch worden, daarom kwam ik met hem bij u. Maar hij is nog wat klein en kinderachtig. Dit is niet de manier om te vinden wat je zoekt, Johannes!' 'Neen! dit is de manier niet,' zeide de docter. 'Docter, maak dat konijntje los!' Doch Pluizer kneep hem de beide handen, dat hij ineenkromp. 'Wat hebben wij afgesproken, mannetje?' siste hij hem in 't oor. 'Zoeken zouden wij, niet waar? Wij zijn hier niet in de duinen, bij Windekind en bij stomme dieren. Wij zouden menschen zijn, menschen! versta je. Als je een kind wilt blijven, als je niet sterk genoeg bent om mij te helpen, laat ik je gaan, zoek dan alleen!' Johannes zweeg en geloofde. Hij wilde sterk zijn. Hij sloot de oogen, om het konijntje niet te zien. 'Beste jongen!' zeide de docter, 'je schijnt nog wat teergevoelig om te beginnen. Het is waar, de eerste maal is zoo iets naar om te zien. Ik zelf zie het altijd ongaarne en vermijd het zooveel mogelijk. Doch het is onontbeerlijk. En je moet begrijpen: wij zijn menschen en geen dieren, en het heil van de menschheid en van de wetenschap gaat boven dat van eenige konijnen.' 'Hoor je!' zei Pluizer, 'de wetenschap en de menschheid!' 'De man der wetenschap,' ging de docter voort, 'staat hoog
PREV.   NEXT  
|<   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87  
88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   >>  



Top keywords:

docter

 

Johannes

 

konijntje

 

wetenschap

 

Pluizer

 

menschen

 

alleen

 

helpen

 

handen

 

menschheid


kinderachtig
 

jongen

 

pootjes

 
dieren
 
zouden
 
beweging
 

manier

 
mannetje
 

hebben

 

Zoeken


afgesproken

 

daarom

 

worden

 

mensch

 

verbaasd

 

duinen

 

vinden

 

Docter

 

ineenkromp

 

mogelijk


zooveel
 
onontbeerlijk
 
begrijpen
 

vermijd

 

ongaarne

 

altijd

 

eenige

 

konijnen

 
genoeg
 
blijven

stomme

 

versta

 
teergevoelig
 

beginnen

 
eerste
 

schijnt

 
geloofde
 

Windekind

 

knoopen

 
poging