The Project Gutenberg EBook of De kleine Johannes, by Frederik van Eeden
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: De kleine Johannes
Author: Frederik van Eeden
Release Date: January 24, 2004 [EBook #10819]
Language: Dutch
Character set encoding: ISO Latin-1
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE KLEINE JOHANNES ***
Produced by Marc D'Hooghe
DE KLEINE JOHANNES
van
FREDERIK VAN EEDEN
Aan mijn vrouw
I
Ik zal u iets van den kleinen Johannes vertellen. Het heeft veel van een
sprookje, mijn verhaal, maar het is toch alles werkelijk zoo gebeurd.
Zoodra gij het niet meer gelooft, moet ge niet verder lezen, want dan
schrijf ik niet voor u. Ook moogt ge er den kleinen Johannes nooit over
spreken, als ge hem soms ontmoet, want dat zou hem verdriet doen en het
zou mij spijten, u dit alles verteld te hebben.
Johannes woonde in een oud huis met een grooten tuin. Het was er
moeilijk den weg te vinden, want in het huis waren veel donkere
portaaltjes, trappen, kamertjes en ruime rommelzolders, en in den tuin
waren overal schuttingen en broeikasten. Het was een heele wereld voor
Johannes. Hij kon er verre tochten in maken en hij gaf namen aan alles
wat hij ontdekte.
Voor het huis had hij namen uit het dierenrijk: de rupsenzolder, omdat
hij er rupsen groot bracht; het kippenkamertje, omdat hij daar eens een
kip gevonden had. Die was er niet van zelve gekomen, maar daar door
Johannes' moeder te broeien gezet. In den tuin koos hij namen uit het
plantenrijk, en lette daarbij vooral op de voortbrengselen, die voor hem
van belang waren. Zoo onderscheidde hij een frambozenberg, een
dirkjesbosch en een aardbeiendal. Heel achter was een plekje, dat hij
het paradijs noemde en daar was het natuurlijk erg heerlijk. Daar was
een groot water, een vijver, waar witte waterlelien dreven en het riet
lange fluisterende gesprekken hield met den wind. Aan de overzijde lagen
de duinen. Het paradijs zelf was een klein grasveldje aan dezen oever,
omringd door kreupelhout, waartusschen het nachtegaalskruid hoog
opschoot. Daar lag Johannes dikwijls in het dichte gras en tuurde
tusschen de schuifelende rietbladen door naar de duintoppen over het
water. Op warme zomeravonden was hij da
|