FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100  
>>  
iet bedenkt dat zij zullen breken, en pijlen van leem en niet bedenkt, dat zij zullen buigen.' En de woorden vielen als droppelen vloeiend vuur op Johannes' ziel. En in zijn borst zwol het grootste leed, dat zijn vroegere smarten verdrong en hem vaak deed weenen, in de stille, slapelooze uren van den nacht. Ach! slaap! slaap! Er kwam een tijd, na lange dagen, dat slaap hem het liefste was van alles. Daarin was geen gedachte en geen leed; en zijn droomen brachten hem altijd tot zijn vroeger leven terug. Heerlijk scheen het hem, als hij er van droomde, doch overdag kon hij zich niet meer te binnen brengen, hoe het geweest was. Hij wist alleen, dat zijn verdriet en verlangen van vroeger beter waren, dan het ledige, doode gevoel dat hij nu kende. Hij had eens smartelijk naar Windekind verlangd, hij had eens uur aan uur op Robinetta gewacht. Hoe heerlijk was dat geweest! Robinetta! Verlangde hij nog? Hoe meer hij leerde, hoe meer zijn verlangen week. Want ook dat werd ontleed en Pluizer legde hem uit wat liefde was. Toen schaamde hij zich en docter Cijfer zeide dat hij er nog geen cijfers van maken kon, maar dat het wel spoedig gebeuren zoude. Zoo werd het duisterder en duisterder om den kleinen Johannes. Hij had een flauw gevoel van dankbaarheid, dat hij Robinetta niet herkend had op zijn vreeselijken tocht met Pluizer. Als hij Pluizer er over sprak, zeide deze niets en lachte slim. Maar Johannes begreep dat het niet was geweest, om hem te sparen. De uren dat Johannes niet leerde en werkte, gebruikte Pluizer, om hem de menschen te laten zien. Hij wist hem overal te brengen, in de ziekenhuizen, waar in groote zalen de zieken lagen, lange rijen bleeke, uitgeteerde gezichten met doffe of pijnlijke uitdrukking, waar een naargeestige stilte was, slechts door kuchen en kermen gebroken. En Pluizer wees hem, wie van hen nimmer die zalen zouden verlaten. En als op een bepaald uur stroomen menschen het huis binnenkwamen om hunne zieke verwanten te bezoeken, zeide Pluizer: 'Zie! die allen weten, dat ook zij eens in dit huis en in die droeve zalen terecht zullen komen, om er in een zwarte kist uitgedragen te worden.' 'Hoe kunnen zij nog ooit vroolijk zijn?' dacht Johannes. En Pluizer bracht hem op een klein bovenzaaltje, waar een weemoedig halfduister heerschte en waar de verwijderde klanken van een piano uit een naburig huis onophoudelijk en droomerig doordrongen. Daar wees Pluizer hem onder de anderen een zieke, die s
PREV.   NEXT  
|<   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100  
>>  



Top keywords:
Pluizer
 

Johannes

 

Robinetta

 
geweest
 

zullen

 

menschen

 

vroeger

 

duisterder

 

gevoel

 

leerde


verlangen

 
brengen
 

bedenkt

 
uitdrukking
 
naargeestige
 

pijnlijke

 

gezichten

 

uitgeteerde

 

slechts

 

pijlen


nimmer

 

gebroken

 

kermen

 

bleeke

 

kuchen

 
stilte
 

begreep

 

sparen

 

werkte

 

lachte


gebruikte

 

woorden

 
groote
 

zieken

 

buigen

 

ziekenhuizen

 

overal

 

breken

 

bepaald

 

weemoedig


halfduister
 
heerschte
 

verwijderde

 

bovenzaaltje

 

vroolijk

 
bracht
 

klanken

 
anderen
 
doordrongen
 

naburig