bracht worden, waar ik nog twee maanden
verbleef--gaan de bewaarders twee- of driemaal daags rond met
stopmiddelen die zij aan de gevangenen uitreiken als een ding dat
vanzelf spreekt. Het is onnoodig te zeggen dat na een dusdanige
behandeling van een week of zoo het geneesmiddel volstrekt geen
uitwerking meer heeft. De rampzalige gevangene wordt dan ten prooi
gelaten aan de meest verzwakkende, nederdrukkende en vernederende
ziekte die men bedenken kan; en als hij, zooals vaak gebeurt, uit
lichamelijke zwakte tekort schiet in het volbrengen van zijn
voorgeschreven omwentelingen aan de kruk of den molen, wordt van hem
rapport gemaakt als lui en wordt hij met de grootste strengheid en
ruwheid gestraft. En dat is nog niet alles.
Niets is in zoo slechten toestand als de sanitaire inrichtingen in een
Engelsche gevangenis. In vroeger dagen was iedere cel voorzien van een
soort privaat. Deze privaten zijn nu afgeschaft. Zij komen nergens
meer voor. Een klein tinnen vat wordt in plaats daarvan aan elken
gevangene verstrekt. Drie keer daags mag de gevangene zijn vuil
verwijderen. Maar de toegang tot de gevangenisprivaten wordt hem enkel
toegestaan gedurende het eene uur der openluchtoefening En na vijf uur
's namiddags mag hij zijn cel onder geen enkel voorwendsel en om geen
enkele reden verlaten. Dientengevolge bevindt zich iemand die aan
buikloop lijdt, in een zoo walgelijken toestand dat het onnoodig is,
of liever dat het onwelvoegelijk zou zijn er bij stil te staan. De
ellende en kwellingen die de gevangenen doormaken ten gevolge van de
weerzinwekkende inrichtingen op sanitaire gebied zijn volkomen
onbeschrijfelijk. En de bedorven lucht in de gevangeniscellen, die nog
verergerd wordt door een volslagen uitwerkingloos ventilatiesysteem,
is zoo wee en ongezond, dat het geregeld voorkomt dat bewaarders, als
zij 's morgens uit de frissche lucht komen en elke cel openen en
inspecteeren, hevig onpasselijk worden. Ik zelf heb dit minstens drie
maal bijgewoond, en verscheidene bewaarders hebben er mij over
gesproken als een der vele tegenzinwekkende duigen die hun ambt
meebrengt.
Het voedsel dat den gevangenen verstrekt wordt, behoorde in allen
deele voldoende en gezond te zijn. Het behoort niet van zulk een
hoedanigheid te wezen, dat het voortdurenden buikloop ten gevolge
heeft, die, eerst een ziekte, allengs een chronische kwaal wordt.
De inrichtingen op sanitaire gebied in de Engelsche gevangenissen
behooren in den grond g
|