eschikking te hebben. Op het oogenblik krijgt men in de eerste drie
weken van zijn gevangenschap volstrekt geen boeken behalve een bijbel,
een gebeden- en een gezangboek. Daarna krijgt men een boek per week.
Dat is niet alleen onvoldoende, maar de boeken die een gewone
gevangenisbibliotheek vormen, zijn volmaakt nutteloos. Zij bestaan
hoofdzakelijk uit derderangsche, slecht geschreven, zoo-genaamd
godsdienstige boeken, klaarblijkelijk geschreven voor kinderen en
volkomen ongeschikt voor kinderen of voor iemand anders. De gevangenen
behoorden aangemoedigd te worden tot lezen, en alle boeken te krijgen
die zij noodig hebben, en de boeken behoorden goed gekozen te zijn.
Thans geschiedt de keuze der boeken door den aan de gevangenis
verbonden geestelijke.
Onder het huidige stelsel staat men een gevangene toe zijn vrienden
slechts vier keer in 't jaar te zien, telkens gedurende twintig
minuten. Dit is geheel verkeerd. Een gevangene behoort zijn vrienden
eens per maand te zien en gedurenden een redelijken tijd. In de thans
gebruikelijke wijze van een gevangene voor zijn vrienden ten toon te
stellen behoort verandering gebracht te worden. Onder het
tegenwoordige stelsel wordt de gevangene opgesloten hetzij in een
groote ijzeren kooi of in een groote houten kast met een kleine
opening, bedekt met ijzergaas, waardoor men hem toestaat te gluren.
Zijn vrienden worden in een gelijke kooi gezet op een afstand van drie
of vier voet, en twee bewaarders staan in de tusschenruimte om toe te
luisteren en, als het hun goeddunkt, het gesprek te doen ophouden of
afbreken, naar het uitkomt. De nu gebruikelijke regeling is
onuitsprekelijk weerzinwekkend en kwellend. Een bezoek van zijn
verwanten of vrienden beduidt voor elken gevangene dieper vernedering,
feller geestelijke ellende. Vele gevangenen willen hun vrienden
volstrekt niet ontvangen, liever dan zulk een kruisgang te doorstaan.
En dit verwondert mij niet. Wanneer iemand bezoek krijgt van zijn
advocaat, spreekt men hem in een kamer met een glazen deur, aan de
andere zijde waarvan de bewaarder staat. Wanneer iemand bezoek krijgt
van zijn vrouw en kinderen, of zijn ouders of zijn vrienden, behoort
hem hetzelfde voorrecht te worden toegestaan. Om als een aap in een
kooi tentoongesteld te worden voor menschen die van ons houden en van
wie wij houden, is een noodelooze en afgrijselijke vernedering. Iedere
gevangene behoorde tenminste eens in de maand te mogen schrijven en
een brief ontva
|