FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>  
feit was? Had hij haar niet lief met teederheid, die vreesde voor wat haar hinderen mocht in de wereld, zoo ze die wereld vergat en 's avonds met hem dwaalde in het donker? Had hij haar lief met teederheid, maar ook niet met glans, met den glans van het goddelijke zijner ziel, omdat hij haar madonna noemde, dus--zich misschien onbewust in zijn eenvoud--haar met dien naam gelijke maakte aan wat goddelijk in hem was. Had hij haar niet lief? God, had hij haar dan niet lief? En wat wilde ze meer? Neen, o neen, ze wilde niets meer; ze was gelukkig, ze had het Geluk met hem samen; hij gaf het haar, zooals zij het hem gaf; het was een sfeer, die met hen meetrok, waar zij ook gingen, zoekende hunnen weg, langs de weggedonkerde paden der Boschjes, zij nu aan zijn arm, hij haar leidende, daar ze niets zag in het donker, dat toch louter licht was van hun Geluk. En zoo was het of het niet avond was, maar dag. Middag, middag in den nacht, ure van licht in het duister! III. En het donker was het licht; de nacht daagde van het Licht, dat straalde alom. Stil straalde het, het Licht, als eene enkele zonnester, die straalt met zachten glans van klaarheid, hel in een hemel van stil wit zilver licht; hemel, waar zij liepen over melkwegen van licht en muziek; het straalde en het klonk onder hunne voeten en in zeeen van ether verhief het zich hoog boven hunne hoofden en straalde daar weer en klonk er weer, hoog en zuiver. Zij waren er alleen, in hunnen hemel, in hunne hemelwijdte, die was als de Ruimte, eindeloos onder hen en boven hen en om hen rond, met eindelooze ruimten van licht en muziek; van licht, dat muziek was. Eeuwigheden lang mat zich hun hemel uit, naar alle zijden mat zich die uit, met zalige verschieten van witte zonneglansen, in glans verschoten en weggeglansde landouwen, als oazen van bloemen en planten aan wateren van licht, stil en klaar en geruischloos van vrede. Want de vrede was er de lucht, waarin alle verlangen oplost en tot kristallen transparantheid wordt en hun leven was er het limpide zijn in verlangenloozen vrede; zij wandelden er voort, in goddelijke sympathie van samenzijn, nauw aan elkaar, als in een engen ring omgeven, een ring van glans, die hen omgaf. Nauwlijks in hen was er herinnering aan de wereld, die was afgestorven en afgeschitterd in het stralen van hunnen hemel; niets was er in hen dan de extaze van hunne liefde, die hunne ziel was geworden, alsof zij geene ziel meer hadden en slechts li
PREV.   NEXT  
|<   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   >>  



Top keywords:
straalde
 

hunnen

 

donker

 
muziek
 

wereld

 
goddelijke
 

teederheid

 

Eeuwigheden

 

extaze

 

ruimten


eindelooze

 
zalige
 

zijden

 

afgeschitterd

 

stralen

 

eindeloos

 

zuiver

 

hadden

 

slechts

 
hoofden

Ruimte

 

verschieten

 
hemelwijdte
 

liefde

 

alleen

 

geworden

 

afgestorven

 
samenzijn
 

elkaar

 
oplost

verlangen

 

kristallen

 

sympathie

 

limpide

 
verlangenloozen
 

wandelden

 

transparantheid

 
waarin
 

Nauwlijks

 

landouwen


weggeglansde

 
verschoten
 

zonneglansen

 

herinnering

 

bloemen

 

omgeven

 

geruischloos

 

planten

 

wateren

 

duister