FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29  
30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   >>   >|  
komst voor Cecile scheen haar eene eentonige zachtheid van onberoerde kalmte toe, waarin de figuurtjes van Dolf en Christie opgroeiden tot aardige jongens, tot jonge studenten, tot mannen en waarin Cecile zelve niets dan moeder bleef, omdat zij zich niet geheel kende in het onbewuste van haar gemoedsleven en niet wist, dat zij meer vrouw was dan moeder, hoe lief ze ook hare kinderen had. Voelde zij, verzonken in de wolkjes van haar gedroom, dat zij iets miste om hare verweduwing; voelde zij eenzaamheid om zich heen, voelde zij, dat er niemand naast haar zat, en dat de ijle lucht zonder weerstand van vast lichaam om haar heen dreef als iets, waarin zij te vergeefs hare armen tot omhelzing zou slaan? Neen, zij voelde dat niet, hoewel dit gevoel toch in haar lag, maar het lag zoo diep, zoo in het onbewuste van hare ziel, dat het niet tot haar kwam, mocht het misschien later ook langzamerhand kunnen op- en oprijzen als eene schim van duidelijker weemoed. Want wat er ook van weemoed was in haar gedroom, scheen haar toe: de weemoed om het verleden, om haar lieven man, dien zij verloren had en niet, o nooit! de weemoed om het heden, om hare eenzaamheid. Wie haar nu gezegd had, dat zij iets miste, zou haar verontwaardigd hebben; zelve meende zij, dat niets haar ontbrak, en zij waardeerde het kalme geluk, waarin zij, als in een schadeloos egoisme, ademde met hare kinderen, als een geluk, dat compleet was. Wanneer zij droomde, zooals nu, over niets--wolkjes van gedroom, die vervlogen, nagewolkt door nieuwe wolkjes--dan begonnen er wel eens groote tranen te wellen in hare oogen, tranen, die langzaam afvloeiden van hare wang, maar ze waren haar niets dan tranen van een onzegbaar vagen weemoed: een zachte zwaarte op heur hart, die nauwlijks drukte en daar was om zij wist niet wat, zelfs niet om haren man om wien zij niet meer weende. Zoo kon zij avonden doorbrengen, alleen maar zittende en droomende, zonder zich te vervelen, en bedenkend, hoe de menschen daarbuiten draafden en zich vermoeiden in vele nutteloosheid, zonder gelukkig te zijn, terwijl zij het was; gelukkig in het gewolk van haar gedroom. De uren gingen voorbij en hare hand was te loom om het boek op het tafeltje naast haar te grijpen: eene loomheid, die haar zoo ten laatste geheel en al doorvloeide, dat het een uur werd en zij nog niet kon besluiten op te staan en te gaan slapen. II. Toen Cecile den volgenden avond in den salon bij de Van Attema's binne
PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29  
30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   >>   >|  



Top keywords:

weemoed

 

gedroom

 

waarin

 
voelde
 

Cecile

 

tranen

 

wolkjes

 

zonder

 
kinderen
 

gelukkig


eenzaamheid

 
onbewuste
 

geheel

 
moeder
 

scheen

 

avonden

 

drukte

 
nauwlijks
 

zwaarte

 

volgenden


weende

 
groote
 

begonnen

 

nieuwe

 

wellen

 

onzegbaar

 
zachte
 

doorbrengen

 
Attema
 

langzaam


afvloeiden

 

bedenkend

 

nagewolkt

 

tafeltje

 
gingen
 
voorbij
 
laatste
 

loomheid

 

doorvloeide

 

grijpen


besluiten

 

daarbuiten

 
draafden
 

menschen

 

zittende

 

droomende

 
vervelen
 

vermoeiden

 

terwijl

 

gewolk