FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  
elijk gekraak opeet.' Toen de kever dat zeide, hoorden ze boven zich een schel gepiep, dat hun door merg en been drong. 'Hu! dat is hij,' riep de oudste. 'Pas op voor hem, jonge vriend. Wees dankbaar dat ik je bijtijds heb gewaarschuwd. Je hebt een ganschen nacht voor je, verknoei dien nu niet. Hoe minder je eet hoe meer kans je hebt door de vleermuis te worden verslonden. En alleen zij, die zich een ernstige levensroeping kiezen, komen in het huis met het heldere schijnsel. Denk er om! Een ernstige roeping!' 'Toen scharrelde de kever, die een heelen dag ouder was, tusschen de grashalmen verder en liet den eersten getroffen achter. Weet je wat een roeping is, Johannes? Niet! Nu, dat wist die jonge kever ook niet. Het stond met eten in verband, dat begreep hij. Maar hoe moest hij bij die lindenhaag komen? 'Vlak naast hem stond een slanke, stevige grashalm, die zachtjes wiegelde in den avondwind. Dien pakte hij maar vast beet, met zijn zes kromme pootjes. Het scheen een hoog gevaarte van beneden gezien en erg steil. Toch wilde de meikever er in. 'Dat is een roeping!' dacht hij, en begon moedig te klimmen. Het ging langzaam, dikwijls gleed hij terug, maar hij vorderde; en toen hij eindelijk in het dunste topje was geklommen en mede wiegelde met de schommelingen, voelde hij zich voldaan en gelukkig. Welk een uitzicht had hij hier! Het scheen hem, alsof hij de wereld overzag. Hoe zalig was het, zoo van alle kanten door lucht te zijn omgeven! Gretig zoog hij het achterlijf vol. Hoe wonderlijk werd het hem daarbij te moede! Nog hooger wilde hij! 'Hij lichtte de dekschilden in verrukking op, liet de vliezige vleugels even trillen. Hooger wilde hij! Hooger! Weer trilden zijne vleugels, de pooten lieten den grashalm los en--O, vreugde ... Hoe-oe-oe! daar vloog hij vrij en vroolijk in de stille, warme avondlucht.' 'En toen?' vroeg Johannes. 'Het vervolg is niet vroolijk. Dat vertel ik u later wel eens.' Zij waren over den vijver heengevlogen. Een paar late, witte kapelletjes fladderden met hen mede. 'Waar gaat de reis heen, elfen?' vroegen zij. 'Naar de groote duinroos, die daar bloeit tegen gindsche helling.' 'Wij gaan mede! wij gaan mede!' Reeds van verre was zij zichtbaar, met haar talrijke teedergele zijde-zachte bloemen. De knopjes waren rood gekleurd en de geopende bloemen vertoonden roode streepjes, als teekenen van den tijd toen zij nog knoppen waren. In eenzame rust bloeide de wilde duinroos en ver
PREV.   NEXT  
|<   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45  
46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   >>   >|  



Top keywords:
roeping
 
scheen
 
ernstige
 
wiegelde
 

vleugels

 

Hooger

 

duinroos

 

grashalm

 

vroolijk

 

Johannes


bloemen

 

pooten

 

stille

 

avondlucht

 

vreugde

 

lieten

 

daarbij

 
wonderlijk
 
kanten
 

Gretig


omgeven

 

achterlijf

 
hooger
 

overzag

 

trillen

 

wereld

 
vliezige
 

lichtte

 

dekschilden

 
verrukking

trilden

 
fladderden
 

zachte

 

knopjes

 
gekleurd
 

teedergele

 

talrijke

 

zichtbaar

 

geopende

 

vertoonden


eenzame

 
bloeide
 
knoppen
 

streepjes

 

teekenen

 

helling

 

heengevlogen

 

vijver

 

vertel

 
kapelletjes