dat het Engelsch trompetterswicht 'n _scie_ is.
--Ten-naaste-by. Ik erken dat het zich wat te burgerlyk voordoet om
pretentie te gronden op vreemdigheid van afkomst. Maar vanwaar dan de
ophef? Er moet toch 'n oorzaak zyn waarom zoo'n ... _praatje_ fortuin
maakte. Men zou toch niet wanen of beproeven 't publiek te imponeeren
met elke andere banaliteit in vreemde taal uitgedrukt?
--Spreek toch niet te stout over wat men niet beproeven zou. Ik heb
waarlyk wel wanhopiger pogingen zien gelukken, om nog gewonen wysheid,
nog onbeduidender wawelpraat, als een onder SIS-tempels opgegraven
mysterie binnen-te-smokkelen in de gemoederen van lezers en hoorders.
Bron van oneindige kracht, uw naam is kwakzalverij!
Wie by de verheffing eener persoon tot eenig ambt, z'n tevredenheid
daarover zou te kennen geven door't aantoonen van de oorzaken die
zoodanige benoeming wettigen, heeft minder kans z'n overtuiging over
te gieten in de gemoederen der lezers, dan iemand die z'n oordeel
onder bescherming stelt van zoo'n als eerwaardig geykten term. En ...
de methode is gemakkelyker. Even als in de wiskunde met formules, wint
men een meestal lastige en daarom eens-vooral als geldig aangenomen
redeneering uit. Maar--_niet_ als in de wiskunde--voelt men soms
behoefte aan formules--zegge: _frazen_--om, onder valsch voorgeven van
overbodigheid, de aandacht van 'n _onjuiste_ redeneering afteleiden.
Op de vraag: "is die benoeming goed, nuttig, oorbaar, rechtvaardig?"
stelle men zich niet tevreden met 'n Engelschen deun, en zelfs niet
met 'n Hollandschen. De hoorder of lezer heeft recht op _aantooning
der gronden_ waarop de tevredenheid met zulke aanstelling berust. De
verzekering: "A, B, C, is de rechte man op de rechte plaats" is geen
_betoog_. Het is 'n uitspraak die--om _iets_ waard te zyn--betoog
_noodig heeft_.
Dat nu de velen die klank voor zin nemen, uit traagheid met zulke
klanken tevreden zyn, heldert nog geenszins op, waarom juist het hier
behandeld Engelsch gezegde zooveel onverdiend fortuin maakte. Er moet
nog 'n andere oorzaak wezen, die 't arme trompetterskind verhief tot
'n druk bereden stokpaard van krantenschryvers, en tot motto van dit
opstel. Een ongewone eer, waarlyk! Want inderdaad, het is na den val
der Fransche journalistiek--ieder zal toch nu wel erkennen, dat het
ongelukkig Frankrijk aan _frazen_ bezweken is!--'t is na de schipbreuk
der couranten-wysheid zoo gemakkelyk niet 'n redakteur bytestaan in
het _telle-quel
|