tot de betaling inkluis.
Hierin lag nu de _pointe_ van m'n vertelling niet. Maar ik meende
die te leggen in 't vervolg van de historie. Een "zeer geacht"
groothandelaar, scheepsreeder, diaken, enz. wien ik vroeger dat
voorvalletje meedeelde, had me geantwoord: "hoor eens, daarin moet ik
je nu tegenspreken. Hy had driemaal gewaarschuwd, en niet gezegd dat
het van goud was. De ander had niet zoo onvoorzichtig moeten zyn ...
je begrypt ... in den handel ... neen, ditmaal ben ik 't niet met je
eens ... _driemaal_ gewaarschuwd ... wat wil je nog meer?
Ik had staat-gemaakt op wat verontwaardiging. Maar m'n table-d'hote-
gezelschap scheen voor 'n goed deel uit groothandelaars, scheepsreeders
en kerkvoogden te bestaan. Niemand zei: he!
Nu, 't gebeurt wel meer dat 'n vertelling doorvalt. Ik moest me
schikken.
Doch dit verklaarde niet waarom 'n heer die schuins tegenover me zat,
my zoo vreeselyk boos aankeek. Ik kende hem niet, en pynigde m'n
geheugen te-vergeefs met de vraag of ik dien man ooit kon beleedigd
hebben? De table-d'hote was zeer goed, ruim voorzien ...
Ik moet er dit by zeggen, om te voorkomen dat men dien zuurkyker
verdenke van spysnyd, of my van indiskretie in 't ledigen der
schotels. Het stuk speelt in den goeden _Toelast_, waar de voorraad
van gerechten waarlyk tegen grooter onbescheidenheid bestand is, dan
ik noodig heb me te veroorlooven.
De man keek zuur, en was deftig.
Het uitvaren tegen witte dassen is wat zagerig geworden, en 't spyt me
dus veroordeeld te zyn tot geschiedschryver der verblindende
kleurloosheid van z'n keelbedervend halsgewaad. In 's hemelsnaam ...
dat is nu eenmaal zoo. En ook overigens zat de man vol witte dassen.
Z'n zwarte rok was 'n witte das. Z'n welgedaan zachtblozend gelaat was
'n witte das. Z'n _embonpoint_ was 'n witte das. En z'n zuurkyken ...
'n luiermand vol witte dassen!
Na den diepen val van m'n vertelling, oogstte een _commis voyageur_
grooten byval met oneindige "he!" 's in, over 'n verhaal dat met 'n
"mooien slag in de amerikanen" eindigde.
M'n tweede neerlaag liet zich niet lang wachten. Ik verhaalde hoe 'n
eerlyk man te ... Groningen gebukt ging onder gewetenswroeging, omdat
hy--door fielten meegesleept in "handelszaken"--zich 'n tyd lang ...
_l'occasion, la faim, l'herbe tendre,
Et quelque diable aussi le poussant_...
Och, m'n goeie beste LAFONTAINE, die _diable_ had best achterwege
kunnen blyven! Honger, gelegenheid en ... essenbladen zy
|