m genoegen te nemen met het leunen op onvaste
steunsels, treedt de jonge mens de wereld in, en zou 'n Herkules van
zelfstandigheid moeten wezen om vertrouwen te weigeren aan de tallooze
voorgangers die hem als "bevoegd" worden aangewezen. Bovendien, wat
zou hem tot wantrouwen opwekken? De verkeerde begrippen die hy ontmoet
in de Maatschappy, werden ook gedoceerd door de speciaal-bevoegden die
deze Maatschappy aan 't hoofd van haar akademien plaatste. De akademien
bevestigden wat er onderwezen werd op de school. En die school was
redelyk homogeen met de kinderkamer. Zeker, zeker, de specialiteiten in
"bevoegdheid" vormen 'n keten die van 't allerlaagste tot het hoogere,
hooge en allerhoogste loopt. Bakers, geneesheeren en professors zyn 't
volmaakt eens in hun afschuw van de luchtbeweging die ze brandmerken met
den vreeselyken naam van "tocht." De staatsdienaars in hun redevoeringen,
en zelfs de Vorsten op hun troon, stellen zich even kundig aan, even
edelmoedig, even rechtvaardig en even zedelyk als de heeren Eerhart en
Goedman uit de kinderboekjes. Wie aan de praatjes van al die vorsten,
bakers, staatsdienaren en dokters geen geloof slaat, is 'n ketter. Maar
de jongeling die zoo-even de maatschappy intrad, denkt niet aan de
mogelykheid van verzet, ternauwernood aan oorbaarheid van twyfel.
Gebiologeerd tot stompzinnig berusten, raakte hy zoo gewoon aan 't
meegaan met anderen, dat-i z'n eigen denkvermogen liet braak liggen.
De stad zyner inwoning komt voor rekening van Burgemeester en
Wethouders, die wel verstand zullen hebben van gemeentebelangen, want
... ze zyn de bevoegd-verklaarde personen. De Landsregeering? Wel,
daar is de Koning voor ... 'n specialiteit van geboorte. Daar zyn de
Ministers voor ... specialiteiten van 't goddelyk _parvenir_. Daar is
de volksvertegenwoordiging voor, specialiteit van ... ik weet niet
wat, maar "bevoegd" is ze, o gewis! Want de Wet verzekert het ons, en
die Wet werd gemaakt door specialiteiten van gelyke bevoegdheid als de
bevoegd verklaarde vergadering-zelf. Wie daarna nog twyfelt!
Er blykt alzoo dat wy in dat alles--en in 't laatst genoemde zeker 't
minst niet!--te doen hebben met een der fiktien waaraan onze Maatschappy
zoo ryk is. Reeds in den aanvang myner IDEEN wees ik op de eigenlyke
strekking van 't vertegenwoordigend Regeeringsstelsel. Het tellen van
stemmen--iets als 'n zonderlinge poging om intelligentie, kunde, goede
trouw, vaderlandsliefde, e.d. te onderwerpen aan den eer
|