nds_ ... _verstoktheid
van die vervloekte andere party_ ... _zeer beminde koning_ ...
_bedrogen raadsleden der kroon_ ... _en_--Specialiteiten
voor!--_bevoegdheid_!"
Wel zeker: _bevoegdheid_! FRITS-zelf immers had 'n Javaan "_andjieng
belanda_!" hooren zeggen.
't Is weer te betreuren dat de rykdom van slof in volgende brieven,
den ouden heer VAN'T EEN-OF-ANDER onvruchtbaar maakte door overmaat
van bevruchting. Pas had hy 'n zaak goed begrepen, of hy werd zoo
specialiteitig beziggehouden met het doorgronden van 'n andere, dat
hem de tyd ontbrak daarvan iets meetedeelen op de _right place_. Toch
ging er niets verloren. De Natuur is weldadig. Zy zorgde er voor dat
het Meesterwoord bewaard bleef in de gemoederen van de onmiddellyke
omgeving des edelen EEN-OF-ANDERS! Wat hy niet kon plaatsen by 't
Nederlandsche Volk, werd meegedeeld aan den dorpsbarbier, den tuinman,
den notaris en de keukenmeid. De heele omtrek werd aldra doorsuld met
kennis van Indische zaken, en toen FRITS eindelyk de kraan zyner
openbaringen zoo ver openzette, dat er 'n kistjen Ambonsche-bloemenolie,
'n paar potten _atjar bamboe_, en 'n "pauwveeren sigarenkoker" uitspoot,
die hy-zelf gemaakt had van bamboe ... _zie verder in voce_: Droogstoppel,
_Havelaar, hoofdstuk zeventien_.
* * * * *
--En nu, papa, nu moet ik je zeggen dat ik genoeg heb van dat zwalken
en zwabberen op-zee. 't Is 'n hondebaantje. Ik wil m'n onslag vragen.
Met deze woorden heeft FRITS de mededeeling gestoord van 't gesprek
dat we zoo-even afbraken om hem acht jaren tyd te gunnen tot schoolgaan
en iets-worden.
--Ga je gang, jongen, zei papa. Om 't geld ...
De buik werd tot getuige geroepen.
--En bovendien, waarom zou je tegen je zin varen? Je bent nu toch
iets, niet waar?
Wel zeker! FRITS kreeg z'n ontslag, en was ...
Een mens moet _iets_ zyn!
FRITS bekleedde op z'n twee-en-twintigste jaar de zeer gewichtige
betrekking van gewezen zee-officier die niet langer zwalken en
zwabberen wou.
Maar hy wilde nog meer zyn. Hy maakte zich echtgenoot, vader en, na
papa's dood, dykgraaf. Daarna ... waarachtig, FRITS werd een-en-ander!
En, toen dat een-en-ander hem verveelde, als vroeger 't klein eindje
zeeleven dat-i byna niet geleid had, toen hy met voorvaderlyke
nederigheid begon te bemerken:
dat hy in-weerwil van z'n _iets_, nog altyd nagenoeg niemendal was,
dat-i de "booien" in den weg liep,
dat z'n vrouw hem aanzag voor 'n keuk
|