at iemand die
inderdaad _uit zichzelf_ iets is, zich geen moeite hoeft te geven
schynbaar iets te _worden_, door 't opgaan in anderen die op hun beurt
zich slechts vereenigden om niet, ieder alleen staande, volstrekt
niemendal te wezen.
MVII.
Onder de tallooze invloeden die de maatschappy beheerschen, zyn er
velen die wy of in 't geheel niet kennen, of waarvan wy ons slechts
zeer onvoldoende rekenschap geven. De algemeene oorzaak van dit
verschynsel zal wel traagheid zyn, maar ik meen de meer onmiddellyke
aanleiding te vinden in onze ... specialiteit van aardbewoners. We zyn
zoo gewoon geraakt aan 't waarnemen of ondergaan van de uitvloeisels,
dat we zelden ons opgewekt voelen om onderzoek naar de bronnen te
doen. 't Is dus hier alweer--als by die bakkers in Hoofdstuk
zooveel--de _levenslankheid_ waarmee wy ons vakje van aardbewoners
uitoefenen, die ons van 't nasporen der _causae rerum_ terughoudt, en
hierom staat gewoonlyk ons begrip nog lager dan onze kennis, die ...
ook te wenschen overlaat.
Wanneer een onzer op de maan aanlandde, en daar wezens aantrof die
belangstelden in kennis, zoud-i waarschynlyk in z'n nieuwe omgeving
doorgaan voor byzonder bevoegd om inlichtingen te geven omtrent
aardsche zaken. Maar weldra zou hem blyken dat een seleniet meer
vragen kan dan tien telluriers weten te beantwoorden. En dit niet
alleen ten-opzichte van inderdaad onoplosbare vraagstukken, of ook van
die welke slechts by sommigen voor moeielyk doorgaan, maar zelfs in
zaken die geenszins buiten z'n begrip liggen. Telkens zoud-i zich
moeten verwyten gedurende z'n vorige loopbaan zoo weinig acht te
hebben geslagen op 't verband tusschen oorzaak en gevolg, en by 't
minst besef van eerlykheid ware hy werdra genoodzaakt z'n ontslag te
vragen uit de betrekking van vraagbaak. De primitiviteit der leeken
die hem aanzagen voor professor, zou zich openbaren in allerlei vragen
welke hy nooit zichzelf voorlegde niet alleen, maar die hem ook op z'n
eigen planeet nooit waren gedaan door onkundigen, vertrouwd en
verzoend als ze waren met hun gebrek aan begrip. Een vry algemeene
hoofdindruk van zoo'n ontmoeting zou bestaan in de overtuiging dat-i
vroeger zeer veel meeningen had aangenomen als op _rede_ gegrond,
terwyl hy nu zou moeten erkennen dat ze slechts berustten, of op
stilzwygende overeenkomst--_konventie_--of op voorbedachtelyke en
uitdrukkelyke versiering, op 'n gemakshalve als waar aangenomen maar
onbewezen en vaak onjuist
|