FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29  
30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   >>  
AAN DE SCHOONHEID Kom niet, Schoonheid, eer we u zijn bereid In ons huis, in ons te ontvangen; Kom niet voor de Wereld openleit Breede bedding uwer heerlijkheid; Kom niet eerder: ons verlangen Is sterker dan de tijd! Niet zoolang aan aardes blonde brood Wij ons vloek en smaadheid eten; Niet zoolang met maat van veler nood De overvloed der enklen wordt gemeten; Niet voordat ons aller jeugd den dood Om het blijde leven kan vergeten! Als een zuivre zelfverlichte Zegenzware wolkkolon Doemt gij in de diepe vergezichten Achter zeeen maan en zon: Geen gedachte die met felste schichten Ooit uw glans bereiken kon, Maar geen hart dat zich naar simple blijdschap richtte En uw milden dauw niet won! Van al templen u gebouwd Uit de marmeren gedachten Van de schooner levende geslachten, Is er geen die u besloten houdt: Als voor steen en goud U de volkren offer brachten, Vond en zong u 't eenzaam smachten Van een kind in lentewoud! Alwier oogen smartverklaard Aan den einder hunner dagen Uw bestendig weerlicht zagen, Vreugdes morgen over schemeraard, Hebben vrij en onbezwaard 't Donker menschenhart gedragen:-- Al hun lijden is melodisch klagen Dat gij niet voor allen waart. Bidden niet en handenwringen Lokt de goon;-- Waar een hart het uit moet zingen, Daalt het ongebeden loon, Neigt de naaste van de hemelingen Zich tot haar bestemde woon. O wij weten wel wat lentedag Al de stille sneeuw die gadert, Van uw bergen dooien moet; Dat zijn uur door de eeuwen nadert, Dat geen hart ontbreken mag Tot zijn gloed! Vochte koelte zoeft door 't bruine riet; Sappen gisten in het dor geraamte-- Overval ons niet in onze schaamte: Schoonheid, kom nog niet! _(Stemmen)_ LETHE "Hoe over 't brandend blind bazalt Vind ik den weg naar Lethe?-- O alles te vergeten Eer de avond valt! "Ik weet dat dood en donker komen Als dit schel daglicht is gebluscht, Maar ik wil diepe klare rust En zonder droomen. "Voor wie als ik van kind tot knaap, Van man tot grijsaard derven, Voor die is dood en sterven Maar verontruste slaap.... "De zoete macht tot lach of traan Gaf mij en nam mij 't leven. Alleen mijn oogen bleven Kijken, mijn voeten gaan. "Hoe vaak sindsdien waar 'k zat en ging, Is langs mijn wakende oogen De lange trein getogen Van aller lust herinnering. "Wat moet ik aldoor zien wat 'k weet? Al 't reddeloos volbrachte, Al 't reddeloos gedachte: Gelijk is wat ik liet en deed!
PREV.   NEXT  
|<   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29  
30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   >>  



Top keywords:

vergeten

 

gedachte

 

zoolang

 

Schoonheid

 

reddeloos

 

Vochte

 

herinnering

 

eeuwen

 

nadert

 

ontbreken


Overval

 

schaamte

 

geraamte

 

bruine

 

Sappen

 

gisten

 

koelte

 

gadert

 
hemelingen
 

Gelijk


naaste

 
zingen
 

ongebeden

 

volbrachte

 

bestemde

 

stille

 

lentedag

 

sneeuw

 

Stemmen

 
bergen

aldoor
 

dooien

 

brandend

 

Kijken

 
droomen
 
voeten
 
gebluscht
 

zonder

 
bleven
 

Alleen


verontruste

 

sterven

 

grijsaard

 

derven

 

daglicht

 

wakende

 

getogen

 

bazalt

 

donker

 

sindsdien