FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   >>  
-AVOND IN DEN JARDIN DU LUXEMBOURG De meidoorns staan met hun beschroomde rood zoo teeder te blozen, en d' avond, bleek van liefde en zedig bloot koost weder hun broze en bruidelijke rood. De mei-maand kwam, en alle kleuren minnen den schemer zoo zoel, en uit der bloemen innig-teerste binnen daar zwemen Zoo zwoel de geuren tot de zinnen. De rozen hangen open op de lucht, aanhaal'ge monden, uit welker diepte 't zoet geheim verzucht der zaal'ge wonde en zwijmelend genucht. En gij, mijn Lief, gij glimlacht mij zoo lief uw teer- -heid toe! Maar onze erinn'ring krenkt die eene grief en zeer en moe laat ons die schaam'le dief. Door dezen tuin van lust en schemer staren den nacht wij in En in onze eenheid nochtans eenzaam, sparen wij lach en min en garen ons den weemoed.... 1904 DE REIS DOOR DEN NACHT Ver was de reis door den nacht, Den dicht-besneeuwden nacht, De trein doortrok met donker gezang de winterlijke bergen Nu, in den duisteren na-nacht, Blind in de spelonk van het rijtuig, Hooren we enkel het bellen-gerinkelvan 't neder-dravende span. Gedoken in 't voort-ijlend hokje, Zij, mijn Lief, en ik, en het kind, Het in zoelen slaap verzonken kind in 'n witwollen doekje gewikkeld, Hooren we enkel 't gerinkel der bellen Over de ruischlooze wegen der nacht In het zuidelijk bergland langs 't zuiver-wijd fluist'rende meer-- En het is als een heuglijke vlucht, Stil en snel bij het bellen-gerinkel --Rein is de nachtlucht en reukig van bloemen, ongezien-- En 'k denk aan Jozef en Maria met het Kind Vluchtende door den winternacht, Den kouden, zoetrokigen nacht van het Oosten ... Lugano, 1906. DE GROOTMOEDER De rozen glanzen in de maan En onderdoor een donk'ren boom Waar glimp-geschijn in schilfert, Zie ik de verre bergen staan In fijnen droom Verzilverd. De rozen glanzen zijig, 't is Alsof zij zelve stralen, Een teergeurende lichternis Hoog in de zilvren zale.... Een vrouwe-hoofd als was zoo wit, 't Ivoren voorhoofd blinkend In 't maanlicht, en om 't grijze haar Een wit-zij sluiertje, zoo zit De oude voor dit teer altaar Van berge' en witte rozelaar In zilvren nacht verzinkend.... Zij rust en peinst, het kindeke is te slapen, Maar in haar zuiv'ren geest lacht het, herschapen
PREV.   NEXT  
|<   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   >>  



Top keywords:

bellen

 

glanzen

 

Hooren

 

bergen

 

gerinkel

 

zilvren

 
bloemen
 

schemer

 

rozelaar

 

verzinkend


fluist
 

zuiver

 

altaar

 

heuglijke

 

vlucht

 

slapen

 

kindeke

 

zoelen

 
herschapen
 

verzonken


ruischlooze

 
nachtlucht
 

zuidelijk

 

bergland

 

peinst

 
witwollen
 

doekje

 
gewikkeld
 

schilfert

 

geschijn


Ivoren

 

ijlend

 

blinkend

 

voorhoofd

 

fijnen

 

teergeurende

 

vrouwe

 
lichternis
 

stralen

 

Verzilverd


maanlicht
 
Vluchtende
 

winternacht

 
ongezien
 
kouden
 
grijze
 

onderdoor

 

GROOTMOEDER

 

zoetrokigen

 

Oosten