FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36  
37   38   39   40   41   >>  
Shelley en las.[*] De wilde golven sloegen Luider en luider langs de zijden, droegen Hoog-op het broze vaartuig, met geklag Van schril zoevend gieren door want en stag, Die knerpten. Hoorde-i niet, hoe de andren joegen Hierheen en daarheen, zuchtten, riepen, kloegen? Hij las maar, las, totdat hij niets meer zag ... Toen stond hij op, verwonderd: neevlen drongen Overal aan, en plots ... een donker blok Komt dreigend door die misten opgesprongen ... Hij wankelt door den donderenden schok ... "Is dat de Dood? ontvang me ..." en willig glijdend Valt hij de diepte in, zwijgend, de armen breidend. [Voetnoot *: In Keats' _Eve of St. Agnes_, dat omgeslagen in zijn zak werd gevonden.] 5. BEKENTENIS VAN DEN MOORDENAAR[*] Wij waren jonge wilden: o, de vloek, Te moeten jong en dwaas zijn: niet te weten En toch te doen ... wel gauw weer is 't vergeten.... Maar later ... later.... Ach! 'k ben moede, ik zoek Naar woorden, om te sussen mijn geweten, Doch vind er geene.... Zie daar, in dien hoek, Daar staat Hij en hij glimlacht: schijnt te meten Den afstand naar mijn bed ... geef mij dien doek, 'k Moet hoesten weer: bloed is 't: ik voel 't, als rijden Mij duivlen door de borst: 'k zal 't snel belijden, Want haast begeeft mij de adem ... en ik sterf: 'k Heb eens in 't stormen der Toscaansche baren.... ... Geef, geef mij de absolutie of 'k verderf.... Voor geld een Engelsch scheepje omvergevaren. [Voetnoot 1: Zie W. M. Rossetti's Memoir of Schelley, blz. 126. (London, John Slark 1886).] 6. SHELLEY'S VERSCHIJNING Stil was 't, toen Shelley snellijk tot mij trad.... Ik zag hem nauw, maar voelde zijn nabijen Bovenaardsche' adem om mijn hoofd zich vlijen, Zoo zacht, alsof er op een buiten-pad, Waar niemand loopt, een zoeltje gaat: geen blad Omhoog beweegt: men merkt alleen zachtblij een Vreemde verfrissching langs zijn slapen glijen.... Eerbiedig wachtte ik roerloos, waar ik zat: "Hoor naar uw Ziel, die gij nauw weet, die binnen, Ver achter 't aardsche schimmenspel, zich wiegt Op eigen levensdiepte, waar 't beminnen Eindeloos-door om 't Eeuwig-Schoone vliegt, Lijk in 't Heelal-ruim om de nooit te kennen, Der zonnen Zon, al andre zonnen rennen." 7. VERVOLG Zoo voelde ik: Shelley zeide 't, en een vrede Van veilig weten zeeg er door mijn heele Wezen tot in mijn diepste ziel, die 'k spelen Hoorde van ver, stil-eenzaam op de breede Weiden der ei
PREV.   NEXT  
|<   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36  
37   38   39   40   41   >>  



Top keywords:
Shelley
 

voelde

 

Voetnoot

 

zonnen

 

Hoorde

 
London
 

diepste

 

spelen

 

VERVOLG

 

VERSCHIJNING


snellijk

 

veilig

 

SHELLEY

 

Schelley

 
Toscaansche
 

Weiden

 

eenzaam

 
breede
 
stormen
 

begeeft


absolutie
 

Rossetti

 
omvergevaren
 

verderf

 

Engelsch

 

scheepje

 

Memoir

 

rennen

 

kennen

 

binnen


wachtte

 
Eerbiedig
 
roerloos
 

achter

 

Eindeloos

 

Eeuwig

 

Heelal

 

Schoone

 

beminnen

 

levensdiepte


schimmenspel

 

aardsche

 

glijen

 

slapen

 
buiten
 

niemand

 

vlijen

 
nabijen
 
vliegt
 

Bovenaardsche