FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   >>  
aduw en licht Heeft doorvlochten het goudelend haar! En heur kirrelend lachje dat luidt er zoo zoet Of een torteltje roept uit den perelenvloed Met een perelenkeeltje, zoo zorgeloos vrij: _"Het is Mei, het is purperen Mei!"_ O de zonne de zonne die danst in de wei Op de maat van den lustigen wind, Die de bloemekens zoent op de blozende wang En den wolken den gordel ontbindt! En geen boom in het veld waar geen vreugde-doen huist; Slechts de knotwilg bolt grimmig zijn zwart-bruine vuist Tegen 't twijgjen dat sprong uit zijn greep met een blij _"Het is Mei, het is purperen Mei!"_ GRAUW WEDER Zonne zonne, zet aan, zet op! Steek toch die taaie slemp in tweeen! Stoot uw goudzwaard de wolken in Dat ze bloeden als roode zeeen! Zend uw rankvoetige stralekens Met de starren in 't glinsterhaar! Laat ze kloppen en wederkloppen Aan de weerbarstige winterknoppen, Groot wond're wonderkens liggen daar In vast versloten schalekens.... Zonne zonne, zet aan, zet op! Dinder die wonderkens uit den dop! Zonne zonne, waar zit ge toch! Hadde ik uw gulden riddersporen, 'k Sprong de grauwe almachtigheid Dwars door naar uw verstoken toren. 'k Luidde al lustig het belleken Tegen de karmozijnen poort: Ik zou klinken en wederklinken Heel het hemeldom oprinkinken Van Oost tot West en van Zuid tot Noord In een hooveerdig relleken.... Zonne zonne, waar zit ge toch? Zijn uw oogschellen geloken nog? Zonne zonne, zet op, zet aan! Word toch de wereld welgenegen! Laat uw doorluchten levenslust Over de aarde flikkervegen. Tik met uw blinkende hamerkens Hier en ginds en in al 't getij; Laat ze springen en wederspringen Op en neer, tot vermetel zingen De lucht doortrilt als een sterk en blij Gejoel van vrije kramerkens! Zonne zonne, zet op, zet aan! Zet ons midde' in de Meiebaan! AVONDZWIJGEN Ik weet niet wat de' avond zoo stil doet zijn.... Komt het van 't zwijgen der wilde merels, Of van de peinzende sterreperels, Of doet het de stervende zonneschijn Die zachtkens zachtkens de kim toespreidt Zijn vlinderteere doorzichtigheid? Ik weet niet wat de' avond zoo stil doet zijn.... Liggen de luide dingen versloten Achter verzegelde zilveren sloten Die over de verten genageld zijn? 't Is al zoo zwijgend omneer gegaan En weggeborgen en afgedaan. Ik weet niet wat de' avond zoo stil doet zijn, Als had ze een heerlijk kind verloren En roerloos zat in heur blauwen toren Van eenzaamheid bij heur roode pijn D
PREV.   NEXT  
|<   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   >>  



Top keywords:

zachtkens

 

versloten

 

wolken

 

wonderkens

 

purperen

 

wederspringen

 

vermetel

 

oprinkinken

 

hemeldom

 

doortrilt


zingen

 

springen

 

flikkervegen

 

Gejoel

 

welgenegen

 

levenslust

 

wereld

 

geloken

 
doorluchten
 

relleken


oogschellen

 
blinkende
 

hamerkens

 

hooveerdig

 

sloten

 

zilveren

 

verten

 

verzegelde

 

Achter

 
Liggen

dingen
 

blauwen

 

genageld

 

roerloos

 
afgedaan
 
verloren
 
weggeborgen
 

zwijgend

 
omneer
 

gegaan


doorzichtigheid

 

vlinderteere

 

AVONDZWIJGEN

 

heerlijk

 

Meiebaan

 

kramerkens

 

zwijgen

 

stervende

 

zonneschijn

 

toespreidt