gelouterd, rust als een onuitputtelijke
schat." _Avondpost._
* * * * *
PROSPER VAN LANGENDONCK, _Verzen_,
I. 0.55 C. 1.05
"v. L. is een echte Vlaming, in hem leeft de trek naar tooneelachtig
gebaren en galmende rethoriek tezamen met een kinderlijke teederheid en
een ware grootheid van opvatting." _Maasbode_.
* * * * *
JAN LUYKEN, _Jezus en de Ziel_, ingeleid en toegelicht door F. Reitsma,
met reproducties naar de oorspronkelijke prenten.
I. 0.95 C. 1.45 K. 2.20
"Zou het niet jammer zijn als zulke prachtige dingen verloren gingen?" _Het Volk_.
* * * * *
V. DE LA MONTAGNE, _Gedichten_, met inleiding van Emm. de Bom (3e
vermeerderde dr. 6/8e duizend in W.B.-uitgaaf) I. 0.55 C. 1.05 L. 1.20
K. 1.80
* * * * *
FRANQOIS PAUWELS, _Enkele Verzen_.
I. 0.55 C. 1.05
"Een gauw gevoelig hart, een fijn muzikaal versgehoor,--ziedaar de bron
van Pauwels' welluidende liedjes...." _Van onzen Tijd_.
* * * * *
J. REDDINGIUS, _Johanneskind. Gedichten_. (2e vermeerderde dr. 6/8e
duizend) 0.55 C. 1.05 _Regenboog en Jeugdverzen_. I. 0.75 C. 1.25 L.
1.40
" ... Bij Reddingius is aanwezig allereerst: het wezenlijke, innige
natuurgeluid van den dichter." _Is. Querido_.
"Voortaan kan Reddingius, in zijn eigen genre, veilig bij de besten
onzer dichters worden geteld." _Willem Kloos_.
* * * * *
ANNIE SALOMONS, _Nieuwe Verzen_.
I. 0.55 C. 1.05 Keurband f 1.80
"Als een bundel zuivren schoonheidszang nemen we deze Nieuwe Verzen mee
ons verder leven in. A joy for ever." _Utrechtsch Sted. Dagblad._
* * * * *
DE SCHOOLMEESTER, _Gedichten van_--met al de oorspronkelijke
illustraties, en de voorrede van Mr. J. van Lennep, 3e druk, 9e-11e
duizend.
I. 1.20 C. 1.70
* * * * *
JULES SCHueRMANN, _Uit de Stilte_ en andere gedichten. Met voorrede van
Willem Kloos.
I. 0.80 K. 1.60
"Dit is wel het hoofdkenmerk van Schuermann's verzen dat zij zoo
eenvoudig weg uit een ziel schijnen uitgestroomd, als waren zij geen
menschenwerk, maar de uiting van een magische kracht." _De Avondpost_.
* * * * *
NiCO VAN SUCHTELEN, _Verzen_, dramatisch, episch, lyrisch.
I. 0.95 C. 1.45 L. 1.60
"Er zingt door den ganschen b
|