plannen van de
"Conferentie van Londen".
De verkiezing van Willem's zoon had sedert het begin van October, aan
Louis-Philippe de gelukkigste oplossing geschenen; en zijne ministers
Maison eerst en later Sebastiani deden den gezant Bresson in dien zin te
Brussel werken. Het Engelsche ministerie Wellington-Aberdeen was den prins
zeer genegen; wat de Oostelijke machten betreft, Pruisen, waar zijne zuster
een kroonprins onlangs gehuwd had, en Rusland, waar hij met de zuster van
den Czaar in den echt was getreden, zouden hem hunnen steun verleenen. Maar
de kuiperijen van Bresson stuitten op de hardnekkige weigering van de
Belgische clericalen. De beschieting van Antwerpen, alhoewel Oranje daar
niet de minste schuld aan had, had zijnen naam bij het volk hatelijk
gemaakt. Alzoo viel het eerste ontwerp van de Mogendheden.
Koning Willem, in zijne hoop op de gewapende tusschenkomst der Mogendheden
verblind, was in zijne verwachtingen nog gesterkt door de behoudsgezinde
troonrede van Willem IV van Engeland, doch moest op het einde fel klagen
dat zijne verbondenen hem in den steek lieten. De algemeene wensch van de
Europeesche regeeringen bleek integendeel voor eene vreedzame oplossing te
zijn.
[Figuur: Zitting van het Nationaal Congres (24 November 1830)]
Wel bestond er in Frankrijk een _parti de la revanche_, die sedert de
Septemberdagen de aanhechting van Belgie bij Frankrijk, en de bescherming
van de "oudste dochter der groote Juli-week" eischte. Had Louis-Philippe
aan dien onstuimigen drang toegegeven, en hadden van hunnen kant de
onderteekenaren van de Sainte Alliance het werk van het Weener Congres
willen in stand houden, weer zou ons land het slagveld van Europa geworden
zijn. Louis-Philippe, de voorzichtige Vorst, wilde echter, kost wat kost,
eene verwikkeling met het buitenland vermijden, uit vrees voor zijn eigen
troon. Met Engeland, dat het eerst de Juli-monarchie erkend had, wenschte
hij innig het Hollandsch-Belgisch vraagstuk op diplomatische wijze te
beslechten. Naar Londen had hij dus gezonden den sluwen Talleyrand, wel
bekend om zijne voorliefde voor een Fransch-Engelsch verbond, en deze wist,
in enkele dagen, de Engelsche regeering tot dezelfde opvatting over te
halen: alzoo mislukten te Parijs de onvermoeibare pogingen van Gendebien en
van de Fransche partij omtrent de rechtstreeksche of onrechtstreeksche
inlijving van Belgie bij Frankrijk. Talleyrand had dus het grondbeginsel
van het _Niet-Tusschenkomen_
|