dat mij toescheen niet tot het tijdvak, waarin het
verhaalde voorvalt, maar iets vroeger of iets later te huis te behooren.
Ik had echter geene gelegenheid Mejuffrouw Stauffacher deswege nader te
onderhouden; daar ik haar niet weder alleen aantrof, en zij kort daarop,
tot bittere droefheid van haar vrienden, tot een beter leven werd
opgeroepen.
Ik was het geheele Handschrift vergeten, toen het mij, dezer dagen, bij
het opruimen van oude papieren onder de oogen kwam. Bij de herlezing
scheen het mij toe, dat wellicht diezelfde vreemde avonturen, met welker
lezing ik mij vermaakt had, ook bij anderen eenig belang zouden kunnen
wekken, en dat, na verloop van zoo vele jaren, geene zwarigheid meer
bestond, om de geschiedenis van den Heer Ferdinand Huyck (gelijk hij
door Mejuffrouw Stauffacher herdoopt is), wereldkundig te maken. Daar uw
naam echter meer dan de mijne in de letterkundige wereld bekend is, wend
ik mij tot u, met de vraag of gij de peetschap over het papieren kind
wilt op u nemen, overtuigd dat enz....
Uw vriend
P.
* * * * *
Dat ik aan het verlangen van mijn vriend voldeed, blijkt uit de
navolgende bladzijden. Ik beken echter, dat ik niet zoo volkomen gerust
ben omtrent de echtheid van het werk, als mijn vriend schijnt te zijn.
Ook heb ik Mejuffrouw Stauffacher niet zoo van nabij gekend als hij, en
durf dus niet beslissen, of haar waarheidsliefde zooverre ging, dat zij
nooit knollen voor citroenen verkocht: en somtijds rijst bij mij het
vermoeden op, of zij, ondanks haar betuigingen van het tegendeel, niet
eens in haar leven tot de verzoeking vervallen is van een roman te
schrijven en, hoewel huiverig om dien bij haar leven uit te geven,
echter heeft willen zorgen, dat hij na haar dood het licht zage. Wat
hiervan zij, ik geef het boek zoo als ik het ontvangen heb: en heb er
niets aan veranderd, zelfs de spelling niet; waaromtrent ik moet doen
opmerken, dat Mejuffrouw Stauffacher overal de klanklooze _e_ achter het
onbepalend lidwoord en veelal ook achter de _possessiva_ weglaat, tenzij
wanneer het eerste een telwoord wordt of wanneer de laatsten bijzonderen
nadruk vereischen. Zij schreef misschien niet volgens vaste regelen;
misschien meer dan zij zelve wist; maar zij volgde in allen gevalle haar
gehoor: en, voor zooverre men schrijven moet gelijk men spreekt, g
|