FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150  
151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   >>  
proefd, nu zou hij het weer beproeven. Er waren opiumkitten, waar men vergetelheid kon koopen; holen vol gruwel, waar de herinnering aan oude zonden uitgewischt wordt door den hartstocht van nieuwe. De maan hing laag in de lucht als een geel doodshoofd. Van tijd tot tijd strekte een kolossale misvormde wolk een langen arm uit en verborg haar. De gaslantarens werden zeldzamer, de straten nauwer en somberder. Eens reed de koetsier verkeerd en moest hij den halven mijl terugrijden. Damp steeg van het paard op, terwijl het ploeterde door de plassen. De raampjes van den hansom waren beslagen als met een waas van grijs flanel. De ziel te genezen door de zinnen, de zinnen door de ziel! Hoe zongen die woorden in zijne ooren! Waarlijk zijne ziel was ziek, tot stervens toe. Was het waar, dat de zinnen haar konden genezen? Er was schuldeloos bloed vergoten. Wat kon dat goed maken? O! daar was geen herstel voor; maar waar vergeving onmogelijk was, was nog vergetelheid te vinden, en hij had besloten te vergeten, het uit zich weg te trappen, zooals men een adder, die gestoken heeft, trapt. Welk recht had Basil gehad tot hem te spreken als hij gedaan had? Wie had hem tot rechter over anderen gesteld? Hij had dingen gezegd, die afschuwelijk wreed en niet te verdragen waren geweest. De hansom zwoegde voort en het was hem of hij steeds langzamer ging. Hij boog zich naar buiten en riep den koetsier toe harder te rijden. Een snerpende honger naar opium begon in hem te bijten. Zijne keel verschroeide en zijne fijne handen trokken zenuwachtig samen. Boos sloeg hij naar het paard met zijn stok. De koetsier lachte en zette het dier wat aan. Hij lachte ook en de man zweeg stil. De weg scheen oneindig en de straten waren als een zwart spinneweb. De eentonigheid werd onverdragelijk, en terwijl de mist dikker en dikker werd, voelde hij zich bang worden. Zij gingen voorbij eenzame steenvelden. De mist was hier veel lichter en hij kon de vreemde, fleschachtige steenovens zien met hun oranje, waaiervormige vuurtongen. Een hond blafte, terwijl zij voorbij gingen, en ver weg in de donkerte, krijschte een verdwaalde zeemeeuw. Het paard strompelde in een goot, zwaaide weer op zij en zette het toen op een galop. Na een poosje verlieten zij den kleiweg en ratelden weer over ruw bekeide straten. De meeste vensters waren donker, maar nu en dan silhouetteden zich een paar schaduwen af op gordijnen. Hij staarde er naar. Ze bewogen zich als reusachti
PREV.   NEXT  
|<   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150  
151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   >>  



Top keywords:

zinnen

 

straten

 

koetsier

 

terwijl

 

vergetelheid

 

genezen

 

voorbij

 

gingen

 

hansom

 

lachte


dikker

 

spinneweb

 

eentonigheid

 

oneindig

 

scheen

 

snerpende

 

rijden

 

honger

 
bewogen
 

harder


langzamer

 
reusachti
 

buiten

 

bijten

 

steeds

 

zenuwachtig

 

trokken

 

handen

 

verschroeide

 
donker

verdwaalde
 

zeemeeuw

 

strompelde

 

krijschte

 
donkerte
 
blafte
 
silhouetteden
 

zwaaide

 
bekeide
 

verlieten


kleiweg

 

meeste

 

poosje

 

vensters

 

vuurtongen

 

eenzame

 

gordijnen

 

steenvelden

 

staarde

 

voelde