t eene. Dood en vulgariteit zijn de twee eenige
dingen, die je in onze eeuw niet kan wegcijferen. Laat ons in de
muziekkamer onze koffie drinken. Je moest eens wat Chopin voor me
spelen. De man, met wien mijn vrouw wegliep, speelde Chopin
verrukkelijk. Arme Victoria! Ik mocht haar wel. Het huis is
uitgestorven zonder haar. Het huwelijksleven is niets dan een
gewoonte. Maar de mensch is zoo, dat hij zelfs het verlies van zijn
slechtste gewoonten regretteert. Misschien die wel het meest. Ze zijn
zoo een deel van je persoonlijkheid.
Dorian antwoordde niet, maar stond van tafel op en zette zich in de
kamer voor de piano, de vingers dwalende over het zwart en wit ivoor
der noten; toen de koffie was binnengebracht, stond hij op en,
omziende naar Lord Henry, zeide hij:
--Harry, is het ooit bij je opgekomen, dat Basil vermoord kon zijn?
Lord Henry gaapte.
--Basil was heel populair en hij droeg altijd een Waterburyhorloge.
Waarom zou hij vermoord zijn? Hij was niet knap genoeg om vijanden te
hebben, O, hij had een prachtig talent voor schilderen. Maar je kan
wel zoo mooi schilderen als Velasquez en toch aartsvervelend zijn. En
Basil was heel vervelend. Hij heeft mij maar eens geinteresseerd, en
dat was toen hij me, jaren geleden, vertelde van zijn passie voor jou.
--Ik hield heel veel van Basil, sprak Dorian, een klank van
treurigheid in zijne stem. Maar wordt er niet verteld, dat hij
vermoord is?
--O ja, sommige couranten beweren het. Maar ik vind het niet
waarschijnlijk. Ik geef toe, dat er in Parijs gevaarlijke buurten
zijn, maar Basil was niet iemand om daar heen te gaan. Hij was niets
nieuwsgierig, dat was trouwens zijn grootste fout.
--Harry, wat zou je er van zeggen, als ik je vertelde, dat ik Basil
vermoord had? vroeg Dorian.
Hij zag Lord Henry strak aan.
--Beste kerel, ik zou zeggen, dat je pozeert voor iets, waar je niet
geschikt voor bent. Iedere misdaad is banaal, evenals iedere
banaliteit een misdaad is. Het zit niet in je, Dorian, om een moord te
begaan. Het spijt me als ik je ijdelheid hiermee een knak geef, maar
ik verzeker je, dat het zoo is. De misdaad komt uitsluitend van het
volk. Ik veroordeel ze er ook niet om. Ik geloof, dat het voor hun
hetzelfde is, als voor ons kunst; niets anders dan een manier om
buitengewone emoties te ondervinden.
--Een manier om emoties te ondervinden? Denk je dan, dat een man, die
eens een moord beging, diezelfde daad nog eens over kan doen? Dat zal
je toch
|