n avond. Je herinnert me aan den eersten keer, toen ik
je zag. Je was wat bleu, wat schichtig en zoo geheel en al iets buiten
model. Je bent verandert, natuurlijk, maar niet in je uiterlijk. Ik
wou, dat je mij je geheim vertelde. Om mijn jeugd terug te krijgen,
zou ik alles kunnen doen, behalve beweging nemen, vroeg opstaan en
solide leven. Jong te zijn! Daar gaat toch niets boven. Het is
bespottelijk om te praten over de onwetendheid van de jeugd. De eenige
opinies waar ik naar luister, zijn de opinies van de jongeren. Zij
zijn op ons vooruit. En de ouderen spreek ik altijd tegen. Dat doe ik
uit principe. Als je hun opinie vraagt over iets, dat gisteren gebeurd
is, geven ze je heel plechtig idees ten beste uit 1820, toen de
menschen hooge hakken droegen, en alles geloofden en niets wisten. Wat
is dat mooi, wat je daar speelde. Zou Chopin het gecomponeerd hebben
op Majorca met het weenen van de zee om zijn villa heen, en het zoute
gesprinkel op de glazen? Het is iets bijzonder moois. Wat een geluk,
dat er nog een kunst is, die het nabootst. Schei nog niet uit. Ik heb
behoefte aan muziek van avond. Ik stel me zoo voor, dat jij Apollo
bent, ik Marsyas, die naar je luistert. Ik heb veel verdriet, Dorian,
verdriet van mijzelven, waar jij niets van weet. De tragedie van den
ouderdom is niet, dat je oud wordt, maar dat je jong bent. Ik sta soms
verbaasd over mijn eigen openhartigheid. O, Dorian, wat ben jij
gelukkig! Wat heb jij een heerlijk leven gehad! Je hebt van alles
genoten. Je hebt de druif tegen je verhemelte plat gedrukt. Niets is
je verborgen gebleven. En dat alles is niets meer voor je geweest dan
de klanken van muziek. Je bent er niet door bezoedeld, je bent
dezelfde gebleven.
--Ik ben niet dezelfde, Harry.
--Ja, dat ben je wel. Hoe zal je verder leven zijn. Bederf het niet
door onthoudingen; op het oogenblik ben je een type. Bederf niets aan
jezelven. Je bent nu zonder fout. Je hoeft zoo niet je hoofd te
schudden, je weet het zelf ook. Buitendien, Dorian, bedrieg jezelven
niet. Je kunt het leven niet regeeren met wil of met bedoelingen. Het
leven is een kwestie van zenuwen en spieren, en langzaam opgebouwde
celletjes, waarin de gedachte schuilhoudt en de passie zijn droomen
droomt. Je voelt je zeker van jezelven, je denkt sterk te zijn. Maar
Dorian, ik zeg je, ons leven hangt af van een kleinigheid, een nuance,
die je ziet in een lucht of in een kamer, een parfum, dat je eens lief
was, dat nu wazige heugeniss
|